Ik wilde me verdiepen in het fluisteren. Het fluisteren dat iets anders is dan zacht praten, maar er wel op lijkt. Niet om te kunnen beschrijven wat het fonologisch gezien is, maar om te onderzoeken wanneer je het doet. Fluisteren – om geen lawaai te maken, om sprekers niet te onderbreken of te overstemmen, om slapende kinderen niet wakker te maken, om de dieren die zich onbespied wanen niet te storen, om de doden in hun laatste rust te respecteren. Begin januari liepen we ‘s avonds door Venetië dat op dat moment door de meeste bezoekers alweer verlaten was, en we begonnen dan soms ineens met elkaar te fluisteren. Nadat we de sound and the fury van het Bolognese ringwegverkeer achter ons hadden gelaten, en op onze wandeling in de heuvels alleen nog honden tegenkwamen, deden we er ook het fluisteren toe. Het had iets met bewondering te maken, met aandacht voor de schoonheid van stad en land; we hielden onze adem in. We kwamen om te zien, maar wilden niets verstoren.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.