Ik wilde iets gaan zeggen over angst, maar bedacht me. Bij het lezen van de biografische gegevens van de schrijver Italo Svevo ontdekte ik dat hij het leven had gelaten na een auto-ongeluk. Daar schrok ik van omdat het in een kleine reeks paste, de kleinste om precies te zijn (die van twee dus). Ook de hier eerder geciteerde auteur W.G. Sebald overleed vroegtijdig ten gevolge van een aanrijding. Dat ik op dit moment een roman schrijf waarin auto-ongelukken een belangrijke rol spelen, zorgt ervoor dat het me opvalt, maar Sebald had bijzondere belangstelling voor dergelijke fatale gebeurtenissen. Het zou me kunnen beangstigen, maar ik weet dat het een illusie is. Het raakt me ook niet op die manier; het verband dat ik soms dagdroom op het spoor te zijn, is dat van mijn lot. Dat lot ken ik niet, en wil ik ook niet kennen. Ik wil er wel een vermoeden van hebben. Soms zie ik het, ruik ik het, voel het, en loop ik in die richting, of ga het met woorden achterna. Zo was ik al heel vaak in Italië en al een paar keer dichtbij een auto-ongeluk op de autostrada of in listige haarspeldbochten. Leef ik hier en zal ik daar ooit dood gaan in een incidente stradale? Het zou zomaar kunnen. Leven en sterven, de mist van vermoedens… allemaal fatalismen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.