Een week geleden zaten we op dit uur in café/feestzaal ‘Welkom’ te Alphen (Noord-Brabant). We dronken er Leffe, het bier dat ik op dit moment het lekkerst vind, en waarover ik lang zou kunnen uitweiden, maar ook heel kort kan zijn: ik krijg er orgastische sensaties van in mijn hoofd. Daar mogen ze van mij in Leffe of Dinant best reclame mee maken.
Café/feestzaal ‘Welkom’ was, geheel in lijn met zijn fantastische naam, recentelijk nog ‘feestelijk heropend’ aldus een zorgvuldig ingemetselde plaquette in de vestibule bij de toiletten. Ik kon me er weinig bij voorstellen.
De barvrouw was uitermate vriendelijk maar ook een duidelijk voorbeeld van de matte dorpsaard. Nadat we iets hadden gevraagd over huizen en huisnummers langs het zogenaamde ‘Bels lijntje’ (een voormalige spoorverbinding tussen Tilburg en Turnhout die nu is omgetoverd tot een langgerekt fietspad), ging zij ons vertellen dat om de hoek het Bels lijntje liep – waarover ze overigens ook weinig meer kon vertellen dan wat iedereen al weet die er een enkele regel over gelezen heeft. Op dezelfde manier reageerde de bakkersvrouw toen we met zijn vieren kwamen binnenlopen om een brood te kopen: ‘Zo… vier man sterk.’ De beheerder van het kampeerterrein, die reeds het weer beschreven had dat ook ik al twaalf uur had meegemaakt op die plek, keek samen met mij naar het terrein, waar slechts twee caravans, een tent en onze bus stonden en zei: ‘Er zijn niet veel mensen.’
Ze waren, kortom, goed in evidenties, daar in het zuiden. Maar daarmee kom je nergens, of beter: nergens anders. Als je geen vragen stelt, geen idee hebt en herhaalt wat iedereen al weet, dan conserveer je het voor de hand liggende. Evident, geruststellend misschien. Alles blijft zoals het was – tot ineens de revolutie uitbreekt. Het sloot gelukkig wonderwel aan op mijn vakantiegevoel; ik wilde op dat moment ook nergens anders heen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.