Zoals de levensgenieter alcoholist werd omdat hij zijn geluk en succes onderdompelde in alcohol, en op een gegeven ogenblik het monster dat hij zelf had gecreëerd in de afschuw wekkende ogen keek, zo herken ik in mijn eigen geluk om de vrijheid die ik heb, soms ook een afgrond. Dan komt de gedachte op dat ik zomaar uit mijn comfortabele, werkzame bestaan weg zou kunnen glijden, omdat ik eenvoudigweg, ongemerkt, de interesse erin verloren heb. Dan zie ik een patroon in steeds korter wordende werkweken en het daarbinnen steeds langer uitstellen van wat niet direct noodzakelijk is. Dan identificeer ik alles wat ik in de categorieën ‘teambuilding’ en ‘representatie’ doe (en volledig gelegitimeerd, want: mijn werk, is) ineens als spijbelen of luxe, lees: als overbodig. En dan is er ineens de angst, die eigenlijk ook een verlangen is, om na een vakantie… gewoon niet meer terug te keren, om sowieso nergens meer de zogenaamde verplichtingen na te komen. Er eenvoudigweg vandoor te gaan, het liefst in gezinsverband. En dat allemaal om te kunnen doen wat ik het liefste wil en het beste kan: bestemmingen bedenken, rondreizen, rondkijken, praten en schrijven – schrijven tot ik een ons weeg, of nog minder.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.