In Der Schurke Robert Otto zijn vooral voordeuren te zien. Voordeuren in de Zwitserse stad Bern. Voordeuren van de meer dan veertig huizen waar de schrijver Robert Walser gewoond heeft, voordat hij in een inrichting werd opgenomen. Daarover schreef hij trouwens later in een brief aan bewonderaar Therese Breitbach: ‘Ich bin vollständig gesund und zugleich sehr ernstig oder erheblich krank‘. Wat na die korte film bleef hangen, was een indruk van Walsers rusteloosheid maar vooral ook: dat je als kijker met lege handen stond na al die bewegende beelden van anonieme voordeuren.
Ik vreesde dan ook iets vergelijkbaars te ervaren op het moment dat ik zelf in Bern was en naar de drie huizen ging waar Walter Benjamin gewoond had. Iedere dag bezocht ik er een en ik zag inderdaad nauwelijks iets af aan de woningen zelf. Het ging niet om de voordeuren. Dat ze veranderd waren sinds 1917-1919 maar soms net eens zoveel… tja.
Maar toen ik stilstond, met mijn rug naar de voordeur en naar de huizen eromheen keek, naar de tuinen, de buurt, luisterde en in de verte staarde, ervoer ik toch meer. Tegenover het huis in Muri zag ik de velden voor de deur die altijd al de randen van de voorstad hadden gevormd, het uitzicht op de bergen, waarin waarschijnlijk slechts enkele flats en een spoorlijn nieuw waren. In de kalme beslotenheid van het buurtje naast de Aare rivier, waar hij naast de dadaïst Hugo Ball had gewoond, leek een innige relatie met verwante buren voor de hand te liggen. En in de statige, rustige straat op een steenworp afstand van de universiteit gelegen, zijn eerste adres, voelde ik hoe het moest zijn om de deur achter je te sluiten en naar je werk te lopen.
Bij het laatstgenoemde adres stond ik op de stoep ertegenover, maakte een zinloze foto van de voorgevel en zag een man thuiskomen in het huis dat ook voor mij bijzonder was. Bij het restaurant op de hoek klonk het getik van bestek op borden, schrille vogelgeluiden, hoog in de lucht kondigden het einde van de dag al aan.
Het ging niet om de voordeuren, ik ervoer de sfeer, het karakter, de omgeving van het adres. En ik vermoedde dat die sfeer onveranderd was gebleven met de tijd. Kun je dat weten? Hoe meet je zoiets? Ik mocht er dan voor een conferentie zijn, ik stuitte vanaf de eerste dag al op de grenzen van de wetenschap.