Ik weet dus echt niet meer of ik het gedroomd heb, of dat me de vraag werkelijk ooit is gesteld. Toch meen ik me te herinneren dat ik zo’n tien, twintig jaar geleden benaderd ben om een lijvig boekwerk te redigeren dat ‘De geschiedenis van het nihilisme’ heette. Dit kan ondertussen ook al een herinnering aan een droom zijn. Hoe dan ook: ik heb nee gezegd, maar ben het verzoek nooit meer vergeten en heb naderhand nog regelmatig naar dat boek gezocht. Tevergeefs. Tot ik onlangs stuitte op Paul van Tongerens Het Europese nihilisme. Friedrich Nietzsche over een dreiging die niemand schijnt te deren. Was dit het betreffende boek? Oorspronkelijk verschenen in 2012, als Het Europese nihilisme en onlangs herzien en uitgebreid door Van Tongeren, Nietzsche-deskundige en Denker des vaderlands. Ik kocht het in ieder geval blind en zocht een middag lang in oude aantekeningen of ik er al eerder iets over geschreven had. Opnieuw: tevergeefs. Ook de digitale speurtocht in eigen werk met de zoekterm ‘nihilisme’ leverde niets op.
Van Tongeren schrijft in zijn voorwoord bij deze tweede editie:
‘Als het goed is, schrijft een auteur over wat hem bezighoudt, wat zich aan hem opdringt. (…)
Maar een auteur moet ook altijd wantrouwend zijn jegens dat wat hij schrijft en waarover hij schrijft. Wat hem bezighoudt, zou heel goed datgene kunnen zijn wat hem zorgen baart, verontrust, angst inboezemt. En wat hij erover schrijft, is dus mogelijkerwijs een poging om het gevaar te bezweren, het onder woorden te begraven of minstens zozeer toe te eigenen dat het aan verontrustende werking inboet.
Het nihilisme is een ideaal onderwerp voor auteurs die beide neigingen kennen. De lezer is dus gewaarschuwd.’
Ik zie dit niet zozeer als een waarschuwing maar als een aansporing. Wat kom ik te weten als ik iets over het nihilisme te weten kom? We gaan het zien. Het raadsel zal vermoedelijk altijd onopgelost blijven, en dat is misschien maar goed ook.