Die dinsdagavond bood de oplossing voor dat ene hoofdstuk ook niet. Maar toen ik gisterochtend wakker werd, had ik haar wel. Dat bleek typerend voor het patroon van werken gisteren. Ik ijsbeerde door mijn huis, zonder ergens naar toe te lopen; ik stond voor mijn raam en staarde naar de bakstenen en de straatstenen zonder iets te zien; ik zat op handen en knieën gebogen over de plattegrond van Berlijn en las straatnamen. Kortom: ik probeerde iets uit te denken. Toen ik ’s middags ook alvast de stoofschotel voor het bezoek van de avond ging voorbereiden, kwamen de beste ideeën los. Want uitdenken gaat nog altijd het beste als ik het denken stopzet.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.