In voorbereiding op de filmreeks Science& Fiction van komend jaar sprak ik donderdag met een criminologe. Ik vroeg haar of de criminele organisaties die ze bestudeerde weet hadden van haar wetenschappelijk onderzoek. Ze knikte, ogenschijnlijk niet gehinderd door angst. Het was een feit, en ze was in principe niet in gevaar. Ze zei: ‘Zij hebben een verhaal te vertellen.’
En passant relativeerde ze ook het concept van criminaliteit; wat onwettig is in het ene land, is dat tenslotte niet noodzakelijkerwijs in het andere land. Dat is, eigenlijk vanzelfsprekend (letterlijk) afhankelijk van de wetgevende instanties.
Ik vroeg haar ook wat haar motivatie was geweest om zich ooit met criminaliteit bezig te gaan houden, waarop ze vertelde dat het haar in ieder geval niet om het geweld ging. Dat het in de criminologie toch vooral om het bestuderen van organisaties ging, en de ontwikkelingen daarbinnen. Het betrof dus inderdaad een alternatieve vorm van organisatiewetenschap. Ze liet me schema’s zien met netwerkstructuren en stromen van goederen, geld en activiteiten, foto’s van enkele centrale figuren in Oost-Europa, iets over tatoeagetaal.
Ze wilde tijdens de filmreeks liever geen film inleiden waarin al teveel bloed vloeide – of de film dan in ieder geval zelf niet zien. Ze kon niet tegen gewelddadigheid en bloedvergieten op het scherm, was bang flauw te vallen.
Prachtig. Na een halfuur koffiedrinken en praten, was ik weer een paar vooroordelen armer en wat wetenschap rijker. Het wordt mooi, in mei en juni 2012. Daar gaat u nog over horen.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.