Toen we binnen liepen en opmerkten hoe donker het binnen nog was, bedachten we dat de koffietent misschien nog niet open was. Toch stonden we al binnen. De barrista wilde eigenlijk nog niet met het daglicht beginnen en het was bij nader inzien bijzonder prettig ontwaken in de schemering; wel de deur uit voor het ontbijt maar nog onzichtbaar voor onze collega’s. Een andere vroege klant vroeg de barman naar hun nieuwe koffiezaak in de onlangs geopende studentenflat met de naam ‘Johanna’. Ik had iets gehoord over een walvisskelet dat daar aan het plafond moest hangen en vroeg ernaar. De barrista vertelde dat die van plastic was, hoe indrukwekkend ook. Zijn compagnon had zo’n geraamte per se boven de bar willen hebben maar… waar koop je die? Nou, in New York bijvoorbeeld, voor driehonderdduizend dollar. Dat was toch iets teveel voor een goed idee en de heren waren in Nederland gaan onderzoeken wat er mogelijk was, bijvoorbeeld met de hier aangespoelde exemplaren. Gewoon bellen, langsgaan en je vraag stellen, hoe simpel kan het zijn? Een paar weken geleden waren ze teruggebeld en uitgenodigd om langs te komen bij Ecomare op Texel. Daar hadden ze te horen gekregen dat ze twee skeletten (‘eigendom van de overheid’) in bruikleen mochten nemen. Of het nou om potvissen of bruinvissen ging, of van allebei een, dat wist zijn compagnon beter.
Maar… waarom wil je eigenlijk een walvis aan je plafond? Omdat je denkt dat ‘Johanna‘ de Nederlandse vertaling van Johna is? Het zou kunnen, het zou zomaar kunnen… in dit dorp zijn de verhalen soms net zo sterk als de koffie. En wij waren ineens wakker.