Naast het klassieke, overbodig geworden waterreservoir van Wassy, dat nu dienst doet als openlucht zwembad, viswater en parcours voor hardlopers, staan twee mannen op het parkeerterrein naast hun auto’s. Het zwembad is gesloten, de vissers en joggers zijn naar huis, het wordt donker. De mannen zwijgen plotseling als we voorbijkomen tijdens onze avondwandeling naar de camping municipal. De kinderen testen in het donker de wipkippen uit waarvoor ze veel te groot zijn geworden, nemen op de tast het klimparcours en de glijbaan in de doodse speeltuin. Wij proberen nog wat bordjes te lezen en foto’s te maken.
Er komt een auto de parkeerplaats op gedraaid, die zijn lichten over de mannen en ons laat strijken en langzaam langs de lage stenen muur rijdt die het geasfalteerde terrein van de graanvelden scheidt, die vanaf daar diep het land in lopen. De bestuurder lijkt niet te vinden wat hij zoekt en geeft gas, rijdt ineens met hoge snelheid weg. We horen hem de naar beneden draaiende weg af ronken, terug het lager gelegen stadje in. Misschien is het parkeerterrein een gekende ontmoetingsplaats, neutraal terrein of grauwzone. Misschien treffen stelletjes elkaar hier ‘bij het zwembad’, misschien is het een afwerkplek. In ieder geval vormen wij schijnbaar al een verstoring van de heimelijkheid van Wassy. Het bleef er verder doodstil die avond – op het krassend opvliegen van een reiger na.