Vandaag ben ik een paar uur in mijn geboortestreek geweest, voor een begrafenis. We reden langs het dorp van mijn opa en oma, sloegen linksaf waar het rechtsaf naar mijn ouders ging. De colonne wagens ging van het troosteloze uitvaartcentrum naar de begraafplaats langs de sloten en knotwilgen waarlangs ik dagelijks naar school fietste. Het was een dag van intens mede-lijden met het verdriet van J., wiens moeder we, na een ziekbed van jaren, naar haar laatste rustplaats brachten. Daar zagen we eindelijk de zon weer. Ik kende zijn familie en vrienden niet en was er met collega’s, met wie ik daar nooit eerder was. Vlakbij mijn eigen ouders, vlakbij alles wat me gevormd heeft, maar tegelijk heel ver daarvandaan. Ik keek naar de grafstenen en las bekende namen uit de streek, inclusief die van mijn eigen opa – maar hij was het niet, die daar lag. Ik keek naar de vliegtuigen die strepen trokken in de schoon gewassen lucht en haalde nog eens diep adem, om een zucht vanwege het verleden uit te sparen. Zo moest het voelen om een spook te zijn.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.