Doordat een collega een grap over me maakte, realiseerde ik me weer eens dat mijn werk vooral bestaat uit praten – heel veel praten. In die zin ben ik gemaakt voor die baan, want veel praten doe ik al mijn hele leven. Omdat anderen onduidelijk praten, niet weten wat ze moeten zeggen of niet weten met wie ze moeten praten, doe ik het nu voor ze. Ik leef me net zolang uit met de rijkdom van de Nederlandse taal tot begrip ontstaat of de boodschap overgekomen is. De dag begon met een lange, ingewikkelde gedachtewisseling met als doel bij een eenvoudig lijstje uit te komen. Daarna volgde een werkoverleg en vervolgens probeerde ik van andermans aantekeningen interessante teksten te maken. Aan het einde van de dag was er iets te vieren, iets onbeduidends, welbeschouwd. Maar er was champagne, een high tea buffet en er werd toegesproken. De genodigden kregen gelegenheid om te praten met elkaar – over niks eigenlijk, gewoon in elkaars gezelschap te zijn, gezien te zijn. Ik ratelde nog steeds als de radio, maakte de hele dag al grappen zonder zelf te lachen – alles op de automatisch piloot, waar niemand iets van merkte. Ik word ervoor betaald. Smalltalk is my favorite chloroform… Als ik dan thuiskom, wil ik die automatische piloot uitschakelen. Luisteren, en zelf alleen spreken als het van waarde is.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.