We gingen naar Nijmegen om een band te zien. Een band waar ik nog niet eerder van had gehoord: Archive. Ze speelden twee uur lang een reeks van lang uitgesponnen nummers, soms met een meeslepende, klassieke opbouw, soms herkenbaar als het werk van anderen, soms heftig en stuwend, soms melodramatisch en jankerig, soms koud, lelijk, onevenwichtig en vals. De drummer was goed en de gitaristen produceerden een lekkere bak herrie. De projecties op de schermen waren spannend en goed gecomponeerd, de lichtshow was degelijk. Toch bekroop me regelmatig de gedachte dat ik naar een imitatie van een band stond te kijken; naar acteurs die heel goed konden doen alsof ze rockmuzikanten waren. Soms was het alsof ze steeds harder gingen spelen om de onvolkomenheden in hun muziek weg te blazen – wat overigens zeer effectief uitpakte en de hoofden eindelijk in beweging bracht.
Zo nu en dan kwam er ook nog een zangeres het podium oplopen. Zij leek niet echt onderdeel van de band te zijn en deed mee alsof ze ingehuurd was voor de avond, liep weer weg als haar nummertje klaar was. Ze was veruit de jongste van allemaal en scheen zich wat ongemakkelijk te voelen. Niet alleen binnen de band, maar ook in het vrij statische publiek was de gemiddelde leeftijd het dubbele van de hare. Wat deed ze hier? In eerste instantie maakte ze een geïntimideerde indruk, maar eigenlijk had ze gewoon een vrij vlakke, met haar lichaamsbouw overeenstemmende, iele presentatie.
We vermaakten ons trouwens prima; je hoeft het er ondanks alle verwondering over zo’n optreden niet om te laten naar een onbekende band te gaan (waar altijd wel weer een paar honderd man al twintig jaar fan van blijken te zijn). Een merkwaardige ervaring was het wel.
Aan het concert vooraf ging de vertoning van de korte film Axiom. Deze film, behorende bij het gelijknamige album, voegde nog een duister bedoeld soort mythologie toe aan de muziek. Alsof de band wilde benadrukken dat ze uit het ondergrondse kwam gekropen; alsof ze ons wilden doordringen van naderend onheil. Ik kreeg eerder de indruk dat de heren collectief aan achtervolgingswaanzin of angst voor de toekomst leden. Misschien draaide alles om de vergankelijkheid, bedenk ik me nu.