Na ‘hemoglobine’ en ‘parenteel’ was er vanochtend ineens het begrip ‘anakoloet’ dat me op de lippen bestorven lag toen ik wakker werd. Een stijlfiguur dacht ik onder de douche; het is een stijlfiguur, zoiets als een acrostichon, een oxymoron of een hyperbool. Ik wil geen karikatuur van mezelf maken maar ik kies er niet voor om met een dergelijk raadsel wakker te worden. Eenmaal afgedroogd, sloeg ik mijn nieuwe, nog heerlijke vers ruikende woordenboek open en daarmee begon de dag van de anakoloet – met de korte, juiste betekenis van het woord en een heerlijk citaat van Battus (het Niets hebbe zijn ziel).
Uiteindelijk viel het mee; ik kwam geen anakoloeten tegen vandaag. Wel trof ik iemand die het begrip ‘experiëntiëel’ in het Nederlands wilde introduceren. Ik kon dat niet geheel voorkomen, maar heb het hem wel ernstig afgeraden. Voor je het weet struikel je over een zelf gefabriceerde anakoloet.