‘Ik kan niets meer vinden,’ zei mijn nieuwe lijfarts. Ze verontschuldigde zich bijna, net zoals het mij bijna speet dat ik toch nog een keer bij haar was langsgekomen – voor ‘niets’. Maar zo gaat dat nu eenmaal, met een succesvolle behandeling; daar komt op een gegeven moment een einde aan. Vrijdag was het zover. We hadden nog een nieuwe afspraak kunnen maken, ze had nog aan me kunnen verdienen, maar ook zij zag in dat het geen medisch doel meer zou dienen. Het was tijd om afscheid te nemen.
Eigenlijk dacht ik zoiets te moeten zeggen als: ‘Ik hoop dat we elkaar niet meer hoeven te zien’. Maar dat zou, zeker in het geval van mijn nieuwe lijfarts, waarheid en leugen tegelijkertijd zijn geweest, al zou het vreemd zijn om elkaar te ontmoeten buiten de context waarin de een zich door de ander laat kneden of kraken. Ik gaf haar mijn huiswerk terug, we spraken luchtig wat over de komende feestdagen en zij deed, met mijn dossier onder haar arm onderweg naar de deur, alsof we elkaar volgende week weer zouden zien – terwijl dat wel maanden of jaren kan duren, juist omdat ze zo goed in haar werk was.
Het is helaas niet anders; ons jaar is ten einde.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.