Deze week viel zijn naam twee keer, en ik vroeg me af wat ik eigenlijk van hem wist: Adorno, Theodor W. Adorno. Dat hij iets met de Frankfurter Schule van Duitse denkers te maken had; dat hij een van de auteurs was van De dialectiek van de verlichting en te boek stond als een leerling van Walter Benjamin. En: dat er vorig jaar een bundeling aforismen van hem in het Nederlands was verschenen onder de titel Minima Moralia. Dat was het zo ongeveer – opdat het duidelijk is dat ik geen snob ben, geen echte.
Poëzie na Auschwitz
Als Adorno onder het grote publiek ergens bekend van is, dan is het van zijn stelling dat er na Auschwitz geen poëzie meer geschreven kan worden. Onvolprezen denker Jacq Vogelaar schreef al jaren geleden in Raster over de context waarin Adorno iets dergelijks zei en wat dus de eigenlijke betekenis was van zijn woorden. Maar dat ontdekte ik pas vandaag.
Zo gaat dat tegenwoordig, en ook ik moet soms dus schuld bekennen aan de oppervlakkigheid van mijn kennis. Aan de andere kant; dankzij onze citatenbundelcultuur blijven inzichten, hoe verknipt en uit hun verband gerukt ook, voedsel voor de gedachten. Ook Adorno leeft nog, net als de nuance, ook op internet.
Toen JWL hier dinsdag op bezoek was en wij, van begin tot eind de schade van lang uitgebleven weerzien inhaalden met louter diepzinnige gesprekken, kwamen we te spreken over de verschrikkingen van de jodenvervolging, over de angst van de vervolgden, de gevolgen ervan voor hun filosofie. En dus over Adorno’s vermeende opmerking over de poëzie. We concludeerden dat misschien juist het tegenovergestelde waar was, dat de dichtkunst juist veel belangrijker en krachtiger moest worden na Auschwitz. Daardoor werd, paradoxaal genoeg, Adorno’s aforisme mijns inziens echter niet minder waar.
Immer radikal, niemals konsequent
Vanochtend hadden S. en ik het op de fiets opnieuw over de Richterdocumentaire die we een week geleden zagen. Ook hij citeerde Adorno, over schilderijen die elkaars ‘vijanden’ zouden zijn, als ze naast elkaar gehangen worden. S. was het daar niet mee eens, en zag het bewijs daarvoor direct terug in de series die Richter zelf maakte. Daarvan was het tenslotte precies de bedoeling dat ze naast elkaar werden gehangen. En opnieuw dacht ik; maar in wezen had Adorno gelijk.
De kracht van zijn inzichten lag wellicht meer in de geest dan in de letter. Het zou me niets verbazen als dat ook voor zijn leermeester Walter Benjamin gold, die van zichzelf zei dat hij ‘immer radikal, aber niemals konsequent in den wichtigsten Dingen’ was.
Ik voel mij tot dergelijke mentale contorsionisten aangetrokken. ‘Immer radikal, niemals konsequent’… een schitterend credo – al is het maar voor aan de borreltafel vanmiddag.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.