In de luwte van mijn aanhoudende hoestbuien is er af en toe een moment waarop ik weer even verstaanbaar kan spreken, de energie vind om te schrijven of na te denken. Om te verwoorden dat mijn geestelijke arbeid een lichamelijke inspanning blijkt te zijn, bijvoorbeeld. Dat wist ik wel; ik wist wel dat de geest een onlosmakelijk deel van het lichaam is, maar het besef was de afgelopen dagen onvermijdelijk aanwezig tijdens de eerste formele werkdagen na formeel ziek te zijn geweest, in mijn baan als deeltijdambtenaar. Maar ook hier, achter de schrijftafel thuis, is het voelbaar. Het werken aan een roman lijkt een bovenmenselijke inspanning voor de mens die net iets meer dan een half mens is; ik, van adem beroofd door de griep. Een inspanning veel groter dan het schrijven van dit bericht. Met alle respect natuurlijk voor u, beste lezer.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.