‘Aan de ‘school van Zero’ was hij trouw gebleven. Eenmaal gepensioneerd kon hij wel eens een gewoon landschapje met boerderijen in ‘lekkere dikke lijnen’ tekenen en dit van een kleurtje voorzien. Als hij deze tekeningen dan in het café weggaf aan ‘de jongens’ vonden die dat geweldig, ‘van ome Jan gekregen, die is wereldberoemd’. Maar van te veel van zulke tekeningen ging hij over zijn nek, want ‘tenslotte is alleen abstracte kunst pure kunst, alleen langs die weg kom je tot de waarheid.’ [Sandra van Beek, ‘Ik een nieuwe Mondriaan? Ik ben een ouwe Schoonhoven!’, p. 112-113.]
Ik ben in de afgelopen jaren steeds meer van de kunst gaan houden die doorgaans abstract wordt genoemd, met name van bepaalde abstracte schilderkunst. En ook al is het een hype, ik verheug me dus enorm op het weerzien met het werk van Rothko, binnenkort in Den Haag. Daarnaast ben ik al jaren gek op de panelen van Jan Schoonhoven.
Toen ik vorige week zijn opmerking over abstracte kunst las, in de biografische schets van Sandra van Beek, moest ik onwillekeurig aan de stadia in het streven van de mystici denken, aan Hadewijch en Van Ruusbroec. Als geestelijken hadden de mystici soms een taak in het klooster of de kerk, maar hun streven was op de hemel, op de eenwording met het goddelijke gericht. In essentie is religie ook niet op de aarde en de mensen maar op God, op het loskomen van het lijden en de begeerte, juist op het loskomen van het aardse gericht. Dit verlangen is een abstractie van het alledaagse verlangen.
Het onderscheid tussen abstract en niet-abstract is ingewikkeld. In de schilderkunst of in de literatuur de schijn van realisme ophouden, dat is pas je ware kunstmatigheid. In die zin begrijp ik Schoonhovens opmerking wel. Maar wat te denken van de schilderijen van Piet Moget? Zijn impressionistische zeegezichten vind ik hele mooie, aardse vervangers van het mystieke streven. In verf. Ze tonen het ongrijpbare binnen het zichtbare, de diepte aan de oppervlakte, overstijgen het realisme terwijl ze toch een indruk geven van de dagelijkse realiteit. Je moet het maar zien, met open zinnen, en er dan zoiets moois van maken. Dan kom je wat mij betreft dicht bij de waarheid, al zullen we dat natuurlijk nooit zeker weten.