Aankomen
Als ‘partir’ ‘mourir un peu’ is, wat is aankomen dan? Bruinkapje gaat naar The Big Apple en kwam nog even langs om uitgezwaaid te worden. Via Google Streetview wierpen we vast een blik op het hotel waar ze zondag naar binnenloopt, keken we links en rechts de straat uit en zagen aan het eind de Hudson rivier. Geruststellende beelden van een zonovergoten New York. Ik herkende haar behoefte om te weten hoe je in een zo doelgericht mogelijke beweging van het vliegtuig met de metro naar je verblijfplaats komt, om van daaruit pas echt de stad te gaan verkennen. Omdat je alleen reist, en niet kunt overleggen. Je wilt voorbereid zijn, niet gedesoriënteerd aangetroffen worden als een onzekere, verse prooi in een omgeving die onoverzichtelijk en mogelijk bedreigend is. Buslijnen inprenten, straatnamen onthouden, kaartjes printen, een looproute kiezen; zodat je kunt doen alsof je er al jaren komt, en niet alleen omdat je tientallen films hebt gezien die zich in deze stad afspelen.
De angst voor het onbekende en het achterlaten van het veilige, vertrouwde raken echter ook aan het verheugen. Sinds de komst van Google Earth en Google Streetview is aankomen veranderd. Je kunt je zelfs afvragen of de betekenis van reizen veranderd is; wanneer het reizen daadwerkelijk plaatsvindt.
Toen we gisteren de 79e straat uitliepen, bedacht ik dat aankomen zoiets als controleren kan zijn, vaststellen dat de situatie ter plaatse inderdaad is zoals je had verwacht. Maar hoe werkelijk is Streetview? Ligt er ooit sneeuw in de beelden die Google van de straten laat zien? Stormt het ooit? Zijn we wel eens getuige van een beroving of een moord?
Eerder op de dag liet A. me beelden zien van de reis naar Thailand die ze met haar gezin deze zomer had gemaakt. Schitterende Leicafoto’s van een bijna tastbare wereld elders, vol leven. Ik fietste op een smalle betonnen strook tussen het water in, manoeuvreerde tussen mensen, brommertaxi’s, groentekramen en tempels met enorme, liggende gouden beelden en frescoschilderingen door, samen met hen. Ik was er niet bij, maar toch was ik erbij. Niet vertrokken, maar toch aangekomen, door mee te kijken met hun ogen. Aankomen is leven. Dat kan niet missen.
Voortekenen
Paraplu
Wanneer het, zoals vandaag, urenlang regent en stevig waait, kom je op straat weer de nodige kapotte paraplu’s tegen. Op straat gesmeten, in hoeken gewaaid of ondersteboven in vuilnisbakken gestoken. Na opklaringen blijven ze achter in houders en aan kapstokken. Mijn paraplu onderging ook bijna een binnenste buiten-kering toen ik vanmiddag het Domplein over fietste. Dat is van oudsher een roemruchte plek vanwege de wind (zelfs op windstille dagen voel je daar nog een briesje) en ik schud werkelijk iedere keer dat ik daar passeer mijn hoofd over de domheid van de mensen die daar ooit een Gotische kerk neer hebben gezet. Die staat er dan ook al sinds 1674 niet meer. Mijn eigen paraplu heb ik twee jaar geleden in de trein naar Amsterdam laten hangen, en dat gebeurde me toen voor het eerst. Op dat moment dacht ik mij te kunnen identificeren met alle mensen die hun paraplu vergeten – te zeer in beslag genomen door andere zaken, of plotseling vergeetachtig door een omslag in het weer, zoals ikzelf toen. Sindsdien liet ik mij weer regelmatig natregenen, totdat ik onlangs ineens een paraplu op de bagagedrager van mijn fiets aantrof, ogenschijnlijk ook door iemand vergeten. Ik was blij met het herstelde evenwicht in het universum en nam hem mee. Misschien zijn paraplu’s wel de meest archetypische voorwerpen om te vergeten – en van de weeromstuit ook wel om bij toeval te vinden. Misschien omdat ze wezensvreemd zijn, want bedoeld als bescherming tegen zoiets onvermijdelijks als het weer, en bovendien, vanwege de wind, zelden bevredigend hun functie vervullen. Ik haat regen, maar houd van het weer. Kun je dat zo zeggen?
De hemel der ideeën
Dat het heelal oneindig is voor zover wij kunnen zien, dat wist ik al. Dat het heelal een enorme hoeveelheid sterrenstelsels bevat ook. Ook het leven op aarde kan een heelal op zich lijken; oneindig in zijn variaties, vervuld van sterrenstelsels zover het oog reikt. Sinds vrijdag vermoed ik zelfs dat de hemel op aarde te vinden is.
Een en ander werd veroorzaakt doordat Warenkatalog Nr. 23 van het Duitse bedrijf Manufactum in de brievenbus plofte. Zoals altijd voorzien van het bedrijfsmotto Es gibt sie noch, die guten Dinge, toonde de catalogus weer eens aan dat Manufactum eigenlijk alles verkoopt, en van al die producten bij voorkeur de kwalitatief beste en langst bruikbare.
In het voorwoord schrijft de directie:
“Es gibt kaum ein Qualitätsprodukt, das nicht door jämmerlich slechte, aber viel billigere Konkurrenten und Nachahmungen gefährdet wäre. (…) Wir haben uns vorgenommen, Dinge zusammenzutragen, die in einem umfassenden Sinne ‘gut’ sind (…) Uns leitet bei unserer Suche nicht etwa der verklärte Blick auf vergangene ‘bessere’ Zeiten. Vielmehr ist unser Ziel, auf Fragen der Gegenwart nicht immer die schnellste (und meist schon mit Verfallsdatum behaftete) Antwort zu geben, sondern statt dessen aus einer Grundüberzeuging heraus ‘richtig’, vernünftig und langfristig zu handeln”.
In de catalogus van Manufactum tref je de jassen, schoenen, jam, stoelen, nietmachines, lakens, onderbroeken, sokken, koffiemolens, schaakborden, glazen, schoonmaakmiddelen, deurklinken, kammetjes enzovoort feitelijk in hun meest elementaire vorm aan. Het is alsof je door een plaatjesboekje bladert waarmee kleine kinderen leren hoe de dingen heten.
Sloffen van vilt, bakelieten telefoons met draaischijven, de handmatige potloodpuntenslijper… het is alsof de tijd niet meer bestaat. De producten lijken allemaal op een bepaald moment in de tijd hun definitieve vorm te hebben aangenomen. En precies in die fase heeft Manufactum er zijn hand op weten te leggen om ze verder te verkopen, namens allerlei kleine, gespecialiseerde fabriekjes beschikbaar te stellen, en vooral: beschikbaar te blijven stellen. Tot in de eeuwigheid, tegen de klippen op, of er nu vraag naar is of niet.
Ik herkende er vrijdag een filosofisch sterrenstelsel in: Plato’s ‘Hemel der ideeën’, waarvan alles wat wij op aarde kunnen zien slecht een afspiegeling zou zijn, zoals de schaduwen op de wanden van een grot. Ik krijg van die hemel jaarlijks een catalogus thuisbezorgd en ik kan er gewoon iets uit bestellen, want deze hemel bestaat echt.
In het 400 pagina’s tellende boekwerk van Manufactum worden de producten in een schitterend precies, glinsterend, wellustig Duits beschreven, waarvan het water me in de mond loopt. Het is mijn lectuur van vandaag en ik lees er graag hardop uit voor, zoals deze beschrijving van de ‘Metzgerspost’:
‘Auch im heutigen Alltag gibt es noch allerlei signalwürdige Situationen, wenn beispielsweise der Gänsebraten gar ist, die Abreise in den Urlaub ansteht oder auf einen längeren Besuch anreisende Verwandte nach alter Türmersitte angekündigt werden wollen. Schon mit wenig Übung entlockt man dem Horn seinen charakteristischen tiefen, vibrirenden und weittragenden Ton: Lippen anfeuchten, das Mundstück (je nach Gusto) mittig onder im Mundwinkel ansetzen und mit vibrirenden Lippen (nahezu prustend) ruhig und gleichmaßig Luft einblasen.‘ (p.364)