Elk jaar googlede ik wel een keer zijn naam. Vorige week nog, nadat ik geluisterd had naar de nieuwe plaat van Paul Webb, de voormalige bassist van Talk Talk, de band die ze samen met anderen vormden. In het begin hoopte ik nog dat hij ineens nieuwe muziek zou aankondigen, zoals dat voor het laatst in 1998 was gebeurd: een plaat die alleen zijn eigen naam droeg: Mark Hollis.
Het verhaal van Hollis was altijd dat hij zich uit de muziekwereld teruggetrokken had omdat hij vond dat hij geen goede vader kon zijn als hij erin bleef, moest toeren met een band, altijd maar weg van huis was. Na die soloplaat uit 1998 verdween hij vrijwel volledig uit het zicht. Gisteren was hij er dan weer: gestorven, 64 jaar oud.
Ik werd halverwege de jaren tachtig fan van Talk Talk zoals je een handtekening kiest: min of meer hardop zei ik op mijn vijftiende, zestiende tegen mezelf: dit vind ik heel goed. Ik ging me volledig verdiepen in de muzikale inspiratiebronnen die Hollis in interviews noemde en maakte zo kennis met muziek variërend van Traffic en Miles Davis & Gil Evans tot Darius Milhaud en ik groeide mee met de ongekende transformatie van Talk Talk zelf. Tot op de dag vandaag bepaalt deze muziek nog altijd mijn smaak, in alle richtingen die erin samenkwamen.
We konden zijn hand nog duidelijk terughoren in de arrangementen en enkele pianoakkoorden op Smiling & Waving van Anja Garbarek. En gisteravond laat hoorde ik voor het eerst het laatste stukje muziek van zijn hand dat officieel gepubliceerd is, merkwaardig genoeg op de soundtrack van een Amerikaanse televisieserie genaamd ‘Boss’.
Waren dat de slotakkoorden van Hollis, de perfectionist die maar door bleef werken aan zijn muziek zodat die soms pas jaren later het daglicht zag? Ik waag het nog altijd te betwijfelen en vermoed dat hij, in al die jaren dat hij onzichtbaar voor ons was, wel degelijk meer muziek heeft gecomponeerd. De vraag is alleen of we die ooit te horen krijgen.
Vandaag draai ik dan maar wat we wel in handen hebben. En vooral de laatste anderhalve minuut.
So long, Mark.