Misschien getuigt mijn verontwaardiging van slecht geïnformeerd zijn, baseer ik mijn boosheid onterecht op wat ik slechts uit de media weet, maar ik zie een afkeurenswaardige trend in de Nederlandse rechtszalen ontstaan. Gisteren in het nieuws: Aydin C., verdacht van het dwingen van tientallen minderjarige meisjes tot seksuele handelingen voor de webcam, ontkent dat hij daaraan schuldig is. Desondanks weigert hij vragen te beantwoorden. Hij beroept zich voor de rechter op zijn zwijgrecht. Het enige dat hij wel kwijt wil, is dat hij het laatste woord wil hebben in het proces. En dat is een voorrecht dat iedere verdachte in de Nederlandse rechtspraak gegund is, zonder verdere vragen, zonder de mogelijkheid tot tegenspreken het laatste woord voeren.
Geert Wilders hanteerde deze narcistische, egocentrische benadering van het recht tijdens zijn ‘minder Marokkanen’ proces. Niets zeggen totdat het laatste woord gesproken mag worden. In zijn geval omdat hij het als een politiek proces beschouwde.
Vergelijkbaar arrogant en gevoelloos was de Utrechtse serieverkrachter Gerard T. in zijn proces. Hij zweeg in alle toonaarden maar ging wel in hoger beroep tegen zijn veroordeling door de rechter. Om zich vervolgens opnieuw op zijn zwijgrecht te beroepen. En hetzelfde vonnis te horen uitspreken.
Wat willen de beklaagden? Geloven in hun eigen waarheid, in de ‘alternatieve feiten’, zonder tegenspraak.
Als je onschuldig bent, kun je antwoord geven op de vragen die je gesteld worden. Weiger je dat, dan hoeft dat echt niet te betekenen dat je schuld bekent, zover wil ik niet gaan. Maar ik vind het wel volkomen ongepast om dan vervolgens het laatste woord op te eisen, als een recht. Het recht waar je tot dan toe geen gebruik van hebt gemaakt, waarin bij rechten ook plichten horen en verantwoordelijkheid.
Als je van je zwijgrecht gebruik maakt, heb je wat mij betreft zwijgplicht bij het laatste woord.