Anderhalve week geleden droomde ik ineens over Leonard Cohen. Wij waren goede vrienden van hem en zijn dood was nog aanstaande. ‘Wij’ waren een groep jonge onderzoekers van de universiteit en we waren, na een eerdere poging jaren terug, opnieuw en al een heel weekend druk bezig met de voorbereidingen van een conferentie. Leonard zat in een hoekbank en glimlachte naar ons. Hij liet ons begaan. De conferentie, door zijn persoonlijkheid en door zijn songs geïnspireerd, zou als thema ‘politeness’, beleefdheid hebben.
Ineens was het weekend voorbij, maar we waren nog niet klaar. Leonard nam afscheid met een broze, warme omhelzing. De conferentie zou er komen maar hij zou doodgaan voor die tijd. Hij had er vrede mee en wij wisten het. Het was goed zo.
Archief voor december 2016
Kleve-Mookerheide
Uitgelezen 80
‘On almost every front, we have begun a turning away from a felt relationship with the natural world.
The blinding of the stars is only one aspect of this retreat from the real. In so many ways, there has been a prising away of life from place, an abstraction of experience into different kinds of touchlessness. We experience, as no historical period has before, disembodiment and dematerialisation. The almost infinite connectivity of the technological world, for all the benefits that it has brought, has exacted a toll in the coin of contact. We have in many ways forgotten what the world feels like. And so new maladies of the soul have emerged, unhappinesses which are complicated products of the distance we have set between ourselves and the world. We have come increasingly to forget that our minds are shaped by the bodily experience of being in the world – its spaces, textures, sounds, smells and habits – as well as by genetic traits we inherit and ideologies we absorb. A constant and formidably defining exchange occurs between the physical forms of the world around us, and the cast of our inner world of imagination. The feel of a hot dry wind on the face, the smell of distant rain carried as a scent stream in the air, the touch of a bird’s sharp foot on one’s outstretched palm: such encounters shape our beings and our imaginations in ways which are beyond analysis, but also beyond doubt. There is something uncomplicatedly true in the sensation of laying hands upon sun-warmed rock, or watching a dense mutating flock of birds, or seeing snow fall irrefutably upon one’s upturned palm.’
[Robert MacFarlane, The wild places, p.203.]
Vorst aan de grond
In de Argonaut
Terwijl het voor de schrijverij juist goed was om thuis te zijn – in een omgeving waar alles me uitentreuren bekend is en niets me dus hoeft af te leiden – merkte ik vanalles op dat ik normaal gesproken nauwelijks een blik waardig keurde. Ik voelde me ineens betrokken bij de overbodige objecten, bij vuil en afval, gooide weg en ruimde links en rechts op. Weer terug van de vuilniscontainers ging ik kleine onderdelen van mijn huishouden vervangen die al heel lang aan vernieuwing toe waren. En toen begreep ik dat ik daarmee iets in gang zette, dat dit nog maar het kleine begin van iets veel groters was. Langzaam maar zeker zou ik ieder voorwerp in mijn huishouden gaan vervangen, net zolang totdat er sprake was van een geheel nieuwe inrichting – terwijl het huis ogenschijnlijk zichzelf blijft.