Op het filmfestival in Rotterdam zag ik begin dit jaar de documentaire Innocence of memories van Grant Gee. Innocence of memories is een mengeling van beelden uit nachtelijk, stilgevallen Istanbul, interviews met de Turkse schrijver Orhan Pamuk en een voice-over die passages uit diens roman Het museum van de onschuld leest. Na het winnen van de Nobelprijs voor de literatuur in 2006 was Pamuk een bijzonder project gestart; hij ging het verhaal schrijven van een man en zijn liefde voor een jonge vrouw, uiteindelijk: het verhaal van het museum dat deze man voor haar en hun tragische liefdesgeschiedenis inrichtte. Het boek verscheen in 2009.
Sinds 2012 is het museum ook daadwerkelijk te bezoeken. Je kunt dus gewoon het boek lezen en lezen over de voorwerpen, zo innig verbonden met het verhaal, tentoongesteld in de talloze vitrines maar… je kunt er echt naar toe. De roman fungeert dan als een gids, zij het een zeer omvangrijke, en ineens wordt het verzonnen verhaal tastbare realiteit. Tijd en plaats, werkelijkheid en fictie vloeien er in elkaar over. Dat het kleine museum met zijn vertrekken, vitrines en voorwerpen om een onzichtbare kern draait als een spiraal is dan ook veelbetekenend. Duizelingwekkend. Het is een schitterend idee – waar je ook nog doorheen kunt lopen.
‘Mijn ondervindingen tijdens mijn omzwervingen over de wereld en in Istanbul hebben me het volgende geleerd: er zijn twee soorten verzamelaars.
1. De Trotsen, die pronken met hun verzamelingen en haar graag tentoon willen stellen (zij komen meestal voort uit westerse beschavingen)
2. De Beschroomden, die hetgeen ze bijeengebracht hebben ergens weggestopt houden (een premoderne toestand).
(…)
De Beschroomden daarentegen verzamelen om te verzamelen. Evenals de Trotsen beginnen ze met verzamelen als reactie op een bepaalde pijn of een bepaald verdriet dat ze in hun leven hebben meegemaakt (…) uit een duistere gedrevenheid, als troost os zelfs als medicijn. Maar de samenlevingen waarin de Beschroomden moeten opereren, vinden verzamelingen en musea niet belangrijk. Verzamelen wordt daar niet als iets respectabels gezien, iets wat ter lering is en bijdraagt aan kennis, maar als iets beschamends dat je verborgen moet houden. Want in het land van de Beschroomden duiden collecties niet op nuttige kennis, alleen maar op de kwetsuren van de beschroomde verzamelaars.’
[Orhan Pamuk, Het museum van de onschuld, p. 691-692.]
In de documentaire van Grant Gee zegt Pamuk dat zijn verhaal over Kemal en Fusün doordrenkt is van ‘Hüzün’, een typisch Turkse vorm van melancholie. Hüzün komt er zo ongeveer op neer dat we misschien denken dat ons leven – onze particuliere verzameling successen en mislukkingen – bijzonder is, maar dat we in essentie een mens zoals alle anderen zijn. Het museum onttrekt zich echter aan deze melancholie – en is dus wat je noemt een bezienswaardigheid.