Archief voor januari 2016
De loop der dingen
De opening van de tentoonstelling De loop der dingen, afgelopen vrijdag in Kade zou door Roman Signer, cult-performer uit Zwitserland, gedaan worden. Hij zou een ‘Aktion’ uitvoeren. Wij waren erbij en net op tijd.
Een tentoonstelling over oorzaak en gevolg – wat een goed idee. Ik zou willen dat iedereen er kennis van nam. De expositie zelf is vanzelfsprekend dynamisch; vol bewegende, speelse, interactieve, groeiende en vergankelijke kunst. Experimenten met causaliteit, controle en de consequenties van onze handelingen, door de erfgenamen van Fischli en Weiss. Dit eveneens uit Zwitserland afkomstige kunstenaarsduo heeft met hun werk Der Lauf der Dinge een langdurig artistiek domino-effect bewerkstelligd. Hun film wordt vanzelfsprekend ook vertoond, en verder zie je onder andere subtiel, organisch werk van Zeger Reyers en een prachtige miniatuurwoestijn met opwaaiend zand van Driessen & Verstappen. Het begint allemaal al bij de kassa met de ballenbaan + bewegende plant van onze huisvriend Jan Coolen.
Bij de opening op vrijdag vroeg de directeur van Kade om aandacht van het toegestroomde publiek. Hij wees op de gangen naast de centrale zaal; van daaruit zou het zicht op de ‘Aktion’ van Roman Signer aanmerkelijk beter zijn. Wilde men vooral die kant op lopen? Dan zou Signer over precies twee minuten beginnen. Hij had de microfoon nog niet uitgezet of er klonk al een kleine explosie. Een zandzak ontplofte en een olievat rolde van tafel, tegen de verderop staande muur aan. Een klein kruitwolkje steeg op. Applaus. Signer stiefelde weg en kwam de trap op. Uitdrukkingsloos gezicht als van een postbode die, zoals iedere dag, de brieven gesorteerd had, zijn tassen had gevuld en nu zijn ronde ging doen.
Als we het nog niet wisten, dan wisten we het nu: de loop der dingen laat zich niet dwingen.
Cactus
Het is een pop-up store, Cactus København en het is grappig om te lezen wat ze vertellen over de stekelige plantjes en de foto’s te zien die ze maken van hun klanten – als ze er zijn. Storm zal het vast niet lopen. Alhoewel… ineens zag ik ze daarna overal, de cactussen, ook in Nederland. In Rotterdam, in Utrecht, in Delft. Op postertjes en T-shirts, op foto’s en in koffiewinkeltjes. Is deze retro-woestijnplant, deze groene, Mickey Mouse- of goedendagvormige vochtvasthouder het nieuwste kenmerk van de hipstercultuur? Het symbool van slechts symbolische groenliefhebbers, die hun planten regelmatig vergeten? Een groeiende metafoor voor onze tijd, voor de onbenaderbaarheid, de onkenbaarheid die maar weinig verzorging nodig heeft? Ik weet het niet, maar ik vind de opkomst van de cactus plotseling bedreigender dan die van de robot.
I m sjor ju kant not ret dis
In Japan zijn ze dol op Dick Bruna, Gerrit Rietveld en Scandinavisch design. Het zal iets met de ogenschijnlijke eenvoud, de harmonie en de rust te maken hebben – en met het ontbreken daarvan in Japan. Wat is ‘Scandinavisch design’ eigenlijk en onderscheidt het design van Noren, Zweden, Finnen en Denen zich nog van elkaar? Geen idee. We bezochten in Kopenhagen maar een (1) winkel waar meubels, servies, vazen, gordijnen en kleding van Deense ontwerpers werden verkocht.
Wel keek ik vanuit ons appartement iedere ochtend bij het ontbijt tegen een gevel aan met daarop iets dat je met enige goede wil ‘Deens design in graffiti’ zou kunnen noemen. Een tekst in blauwe letters op een witte ondergrond, een persoonlijk handschrift in blokletters, een beetje zoals het mijne. We probeerden te begrijpen wat er stond, maar het Deens bleef voor ons die dagen een groot raadsel. Op de een of andere manier leek het daardoor ook moeilijker de stad in zijn ware aard te doorgronden.
Toen we in de richting van de wijk Frederiksberg liepen, zagen we nog een aantal van die teksten in dat kenmerkende blauwe blokschrift, en die waren al even moeilijk te volgen. Pas na terugkeer in Nederland schakelde ik een vertaalmachine in.
‘Ik droomde belangrijk en mooi’, ‘Ik voel me bijna altijd eenzaam’ en iets over fietsen en een vader, of een ontmaagding, dat is me nog steeds niet helemaal duidelijk.
Het zijn teksten van Gudrun Hasle zo ontdekte ik vandaag: een Deense kunstenaar die worstelt met relaties en haar geestelijke gezondheid maar vooral met… dyslexie. En precies om die reden heeft ze gekozen voor de geschreven taal als uitdrukkingsvorm. Ze schrijft teksten die ze zelf moeilijk kan lezen, soms in een mengeling van Deens en Engels en in beide gevallen vol spelfouten.
‘I m sjor ju kant not ret dis’ zegt ze op haar website.
Haar kwetsbare kreten, de sporen van haar moeizame leven zijn verspreid over de stad en alleen te vinden voor de oplettende voorbijganger. De teksten zijn haast bescheiden in het straatbeeld aanwezig, zo geschilderd dat je ogen er niet van gaan prikken of je niet meer scherp kunt stellen – vaak het effect van de zoveelste clichématige, spetterende tag in gettoblasterformaat. Hasles teksten zijn eenvoudig, pijnlijk eenvoudig.
Schiedam-Rotterdam-Delft
Asta
Dat het jonge dochtertje van het stel waarvan we het Kopenhaagse appartement huurden, Asta heette, was voldoende aanleiding om aan Paul van Ostayens expressionistische gedicht ‘Asta Nielsen’ te denken. Noem het beroepsdeformatie als je wilt, maar het was een genoegen om zijn ode aan de cinema en de verleidelijke, fatale vrouw die Asta Nielsen zo vaak speelde, weer eens te lezen. Was deze kleine Asta vernoemd naar de actrice, naar die Deense ster uit het tijdperk van de zwijgende film? We zijn het vergeten te vragen.
Asta Nielsen speelde tussen 1909 en 1932 in maar liefst 74 films, voornamelijk in Duitsland. Ze verdween van het witte doek toen de film geluid kreeg. Zij paste daar niet bij. Asta Nielsen sprak in de films met haar lichaam, niet met taal – net zoals de kleine Asta, van nog geen jaar oud.