Archief voor juli 2015
Uitgelezen 66
‘…ik zou zelf moeten zingen, schreeuwen, me uitleven, omdat ik overloop van een angstaanjagende energie, zowel onverwacht als onzinnig – en daarom des te angstaanjagender. Opeens ben ik blij dat ik ben wie ik ben, ik ben blij dat ik heb gedaan wat ik heb gedaan en vooral ben ik blij over wat ik van nu af aan ga doen. Ik ben er trots op dat ik mijn schip zo briljant heb weten te manoeuvreren tussen de klippen waarop ik een paar uur geleden nog schipbreuk had geleden, en vooral omdat ik ben gezien terwijl ik dat deed. Dat wat ik voor mezelf heel goed weet niet te zijn – beslist, sluw vastberaden, geduldig –, ben ik plotseling geworden tegenover drie getuigen, en ook al is het allemaal leugen en bedrog, of misschien juist daardoor, vervult deze affaire me met grote voldoening. Zoals in de droom die pas weer bij me bovenkwam – niet toevallig, denk ik nu –, ben ik iemand geworden die ik niet ben, en dat maakt me medeplichtig, dat wel, maar ook onzichtbaar, en dus onkwetsbaar. Ik ben op de vlucht en niemand weet het. De ondoorzichtigheid van de wereld, en in het bijzonder van mijn land, waarom ik het zo vaak heb bekritiseerd tijdens een heel leven doorgebracht in het kamp van de rede, wordt, nu ik over de schreef ben gegaan, een vriendenhand die mij beschermt. Wie zal me ooit vinden, nu ik heb besloten er niet te zijn? Wie zal mij ooit kunnen veroordelen voor wat ik ben als ik niemand weet wat ik ben? En het kan zijn dat de bezegeling van deze onverwachte broederschap met mijn volk, en de rechtvaardiging van mijn toetreding tot de schare van leugenaars, voortvluchtigen, witwassers, chauffeurs zonder rijbewijs, dieven, helers, afpersers, protegés, belastingontduikers, omgekochten, omkopers,, hoerenlopers, profiteurs van de ellende van anderen, sympathiek schorem – al die lui die schoon vanbuiten en rot vanbinnen zijn en die met ontwapenende schaamteloosheid blijven eisen als brave burgers gezien te worden –, juist voortkomen uit het feit dat ik, op de keper beschouwd, niets kwaads heb gedaan, dat ik er ondanks mijzelf in verzeild ben geraakt, dat ik onschuldig ben.’
[Sandro Veronesi, Zeldzame aarden, p.187-188.]
Torquato en Sophia
Tergend langzaam reden we San Pellegrino uit. Eerder die dag was iedereen de hitte in de steden ontvlucht – naar de meren, de bergen in. En nu gingen ze allemaal tegelijk terug naar huis, waardoor er prompt een file ontstond. De lokale krant van Bergamo had het aangeduid bij het weerbericht: op 1000 meter is het twee graden koeler, op 2000 meter vijf. Wij waren de Valle Brembana ingegaan, een schitterende, groene vallei aan de voet van de Dolomieten en we reden langzaam maar zeker omhoog om aan de grootste hitte te ontsnappen.
Jachtgebied. Dichte bossen, steile hellingen. Hier en daar steengroeves, waarvan sommige al langere tijd aan hun lot overgelaten waren. De mensen verkochten hier hout, steen en zand – feitelijk hun eigen land.
Onze bestemming aan het einde van een lange reeks krappe en steile haarspeldbochten was de ruïne van het huis van familie van de zestiende eeuwse dichter Torquato Tasso in Camerata Cornello. Tasso’s naam kwam mij bekend voor uit Ferrara, maar ik kon me niet meer goed herinneren waarom. De familie Tasso bleek betrokken bij de oprichting van de moderne Italiaanse posterijen. In het dorp van nog geen honderd zielen (waarvan er zeker negentig genoten van een lome zondagsrust) was zelfs een klein museum gewijd aan deze geschiedenis.
Meter voor meter bestudeerden we de huizen langs de uitvalsweg van San Pellegrino. Terwijl we het kuuroord uitreden, en het imposante maar dichte en lege Grand Hotel achterlieten, langs de fabriekspanden van het gelijknamige, wereldberoemde mineraalwatermerk reden en langs de parkeerterreinen vol kratten met lege, groene flessen, bedacht ik dat met ieder dorp, iedere vlek op de Italiaanse kaart niet alleen een woonplaats van stervelingen maar ook een onsterfelijk verhaal verbonden was. En dat precies dat misschien wel de verklaring was waarom ik er nog altijd naar terug wilde.
De volgende dag, maandag, was het stil langs de meren, en was het onze beurt om het Lago d’Iseo in te duiken. We droogden op met uitzicht op een klein eilandje, waar nauwelijks meer paste dan het kleine kasteeltje. Het behoorde toe aan Sophia Loren, zeiden ze.
San Pellegrino
Bergamo, juni 2015
De Winner bibliotheek
Net als destijds in Putney, Londen spraken de boeken in het appartement in Bergamo duidelijke taal. Hier woonden geen lezers. Als er al iemand woonde, wanneer er geen gelegenheidshuurders verbleven. De enige boeken die er in de verder lege kasten stonden, kwamen allemaal uit de zogenaamde ‘Winner Biblioteca di autoformazione’ van DeAgostini, een reeks die ogenschijnlijk bedoeld was voor volledig door hun werk geabsorbeerde mensen, die intensief moesten studeren op de dagelijkse omgang met andere mensen. Doe het zelf boeken van auteurs met ogenschijnlijk verzonnen namen: Vera F. Birkenbihl, Dieter F. Ahrens, Vitalino Kettlitz.
Il potere della memoria
L’arte d’intendersi. Ovvero come imparare a communicare meglio
Come presentare al meglio se stessi e le proprie idee
Come trattare con i propri collaboratori
Come elaborare una strategia
Come capire e valutare chi si sta di fronte. Metodi e techniche per diventare un buon giudice delle persone
Come riuscire a fare di piú e meglio. Come ottenere il massimo dal vostro impegno (sul lavoro e in casa)
Scoprite le vostre attitudini
Il Lavoro in team
Come assicurarsi il lavoro che piace
Come pianificare la propria vita. Le sette tappe verso il successo, la felicità e l’armonia
Stress & felicità
Come gestire i propri affari e vivere feleice
Professionisti sul lavoro, dilettanti in famiglia?
Vendere… se stessi