Archief voor november 2014
Binnen
Hermans herfst
Kritisch schrijven over de mooie tentoonstelling van Herman de Vries in het Stedelijk Museum van Schiedam en de iets verderop gelegen Ketelfactory voelt een beetje als verraad, of als ‘Evidenzkritik’. Het ziet er allemaal prachtig uit en je kunt eigenlijk geen bezwaar hebben tegen het werk van De Vries. Misschien dat hij daarom wel de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië wordt, komend jaar.
Wat is er op tegen om herfstbladeren te ordenen en in te lijsten omdat de werkelijkheid zelf al zoveel schoonheid kent? Om alle plantensoorten van een weiland nabij je huis te onderscheiden, te benoemen en achter plastic te laten zien? Om geneeskrachtig kruiden in bakjes te sorteren en naast elkaar te zetten? Om zeer uiteenlopende steensoorten op sokkels te plaatsen? Om, vanwege het mecenaat van een jeneverstoker, een vlak vol jeneverbessen te leggen? Is de natuur, is het leven van Herman de Vries zelf niet al kunst? Nou nee, en volgens mij is dat precies het punt.
Tonen is iets anders dan afbeelden, of verbeelden. Ordenen of juist door elkaar halen, is al een begin van een transformatie en De Vries doet dat goed. Tegelijkertijd lijkt zijn huidige werk verdacht veel op dat van een biologieleraar, of een gids in het bos.
De bijdrage van Herman de Vries aan de Nederlandse kunstgeschiedenis en de nobele kunst van het manipuleren van het toeval is onmiskenbaar. Ik respecteer dan ook de wijsheid die in zijn geval met de leeftijd gepaard gaat, de inzichten van de kunstenaar in zijn herfstdagen. Ademhalen. ‘Bewust-zijn’. Zen. Een dergelijke filosofie is echter wel een open deur geworden. Je komt uit bij jezelf en staat met lege handen. All. No thing – inderdaad. In de zekerheid van de dood betekent alles uiteindelijk niets. Natuurlijk. De Vries heeft prachtig werk gemaakt maar alleen in een overzichtstentoonstelling is dat ‘natuurlijke werk’ op zijn plaats. De cirkel is rond, Herman is klaar.
Onvergetelijk blijven de geweldig mooie aarde-uitwrijvingen – Rothko’s maar dan anders, gemaakt van de honderden kleuren die de aarde heeft. En wat je zeker ook niet mag missen: de video over het maken van zijn houtskooltekening in de Ketelfactory. Na een kort moment van diepe concentratie, maakt hij in nog geen tien seconden een geweldig beeld. Trefzeker, zoals alleen een oude meester dat kan. Dat is nieuw werk, dus misschien gaat hij ons toch nog een keer verrassen. Ga die tekening snel zien, want de Ketelfactory veegt hem aan het einde van de tentoonstelling uit.
Met
Het laatste verhaal
We liepen door de onopvallende achteringang de wonderlijke wildernis van Abney Park Cemetery binnen, stonden even stil bij de pronte grafstenen van de familie Booth (oprichters van het Leger des Heils) en zochten daarna onze weg over de kleine paadjes tussen de overwoekerde graven van onbekendere doden door. Lang bleven we er niet; langs de met instorten bedreigde kapel kwamen we niet; de vossen die er leven kwamen we niet tegen. We zullen dus een keer terug moeten gaan.
De meest voorkomende tekst op de graven was hier niet died of passed away: de doden van Abney Park Cemetery fell asleep. Dood is dood en ieder synoniem daarvoor heeft iets van romantiek. Iedereen is killed by death. Aan de andere kant is de dood – de doodsoorzaak, het sterven, de begrafenis, de plaats van begraven – het laatste verhaal van degene die geleefd heeft. Iedereen gaat dood op zijn eigen manier, ook al wekten de graven op Abney Cemetery een andere indruk. Of iemand ‘voorbij gegaan’ is, ‘verdwenen’, ‘uitgedoofd’, ‘vertrokken’ of juist ‘naar huis teruggekeerd’, het maakt verschil. Ik vind ‘fell asleep’ een hele mooie beschrijving van het lot dat je kan treffen, een mooi laatste verhaal. Maar alleen dan wanneer het op waarheid berust.