Was het al eerder licht? Dat leek me onwaarschijnlijk. Waren we soms te laat? Maakte het wat uit? Voordat ik mijn gedachten helemaal geordend had, kwam S. junior de slaapkamer binnenstormen: ‘Het is al vijf voor acht’. Zij had allang op de fiets naar school moeten zitten, we hadden ons ontbijt al achter de kiezen moeten hebben. We schoten in gang, met in plaats van een uur maar twintig minuten tijd. Dus smeerde S. deze keer het brood voor de kinderen, gaf ik beide konijnen te eten en oefenden we de topografie van Gelderland met volle mond. S. werd met fiets en al in de auto naar school gebracht; ik reed met F. naar haar school, waar we in plaats van veel te vroeg zoals altijd, nu te laat waren, maar zij nog onopvallend in haar klas naar binnen kon sluipen. Alles kon ook anders dan anders, zij het heel gehaast. Er bleek inderdaad een parallelle wereld te bestaan die een uur later begon.
In die wereld leef ik nu nog. Omdat we overal later aan begonnen, leek het op de fiets ineens alsof S. en ik het niet meer eens waren. De motoriek in mijn nog ongewassen lijf leek ook te haperen: ik viel bij aankomst bijna van mijn fiets, stootte mijn hoofd in de wc waar ik al veertien jaar de weg weet en mikte zojuist de koffie naast het filter. Terwijl ik normaal gesproken altijd een idee voor de dag heb, gaapt nu nog de leegte. Het planningsgebied in mijn hersenen lijkt nog altijd niet ontwaakt.
Misschien moet ik maar zien wat er vandaag nog gaat gebeuren. In ieder geval niet doen alsof dit een normale vrijdag is – totdat de tijd voor ons terugkomt.
Archief voor november 2014
Het werk van de anderen 2
Vorige week zondag was de Utrechtse presentatie van de nieuwe Maan – niet die van het hemellichaam, maar van het nieuwe boek van Maan Leo (zoals ze tegenwoordig ook in de boekhandel heet): Huwelijkse voorwaarden. Ik las het de afgelopen week uit, net zo snel als haar vorige boek. Het leest als de spreekwoordelijke trein, zij het met een kleine vertraging halverwege, misschien wel omdat ze een groot deel ervan in de trein geschreven heeft.
Toch merkte ik dat het ironische spel van fictie en werkelijkheid me danig dwars bleef zitten. Niet vanwege de overeenkomsten met het leven van de schrijfster of de seksuele voorkeuren van de hoofdfiguur van het boek, ook niet vanwege de gerecyclede stukken tekst maar vooral door het narcistische karakter van personage Maan. Voor de volledige mystificatie is de nieuwe auteursnaam Maan Leo dus geen verbetering en ook de titel is niet goed. Veel beter zou het boek Nieuwe Maan of De keerzijde van Maan hebben geheten, waarna de volgende afleveringen dan In het oog van Maan of Maans verduistering kunnen worden. Of iets dergelijks. Maan is een goede naam en wordt op haar best een begrip, zoals ze dat in Frankrijk kennen: Colette, BB of Miou-Miou. Maan is een fenomeen dat vooral met Maan bezig is en daar houd je van – of niet.
Ik raakte in dit nieuwe, barokke spiegelpaleis soms de weg kwijt tussen alle overdrijvingen en uitvergrotingen, tussen alle bijvoeglijke naamwoorden, het zelfingenomen gebruik van zeer ongebruikelijke Nederlandse woorden en andere aberraties van de taal. Ook het verhaal raakte daardoor op een dwaalspoor en dat zelfs ik daar last van had, dat zegt nogal wat.
Het hyperbole universum van Maan, haar achtbaan voor thrillseekers is absoluut op zijn plek bij entertainmentbedrijf Lebowski Publishers, haar nieuwe uitgeverij – een uitgeverij die het presteert om ter gelegenheid van de verschijning van heruitgaven van diens werk een ‘Jan Arends Feestavond’ te organiseren. Ook haar de redacteur heeft zich er schijnbaar bij neergelegd dat hij in een vermaaksindustrie werkt, of het is ook hem op een gegeven moment gaan duizelen.
Ik behoor helaas niet tot de doelgroep voor dit boek, maar laten we voor Maan hopen dat Huwelijkse voorwaarden zijn goede lezers vindt. Want inderdaad, vermakelijk is het wel.
Het werk van de anderen 1
Twee opeenvolgende zondagen waren we aanwezig bij de presentatie van het werk van anderen. Gisteren ging het om een videoclip. Een gezellig, kleinschalig evenement voor vrienden, kennissen, ouders en kinderen in een klein Utrechts café. Het betrof de eerste vertoning van Dedicate van Alan Lauris, een video die volledig was opgebouwd uit tekeningen van Arianne Notenboom. Zij beheerst de kunst van de ‘handlettering’ als geen ander en dat zagen we gisteren in extremis bevestigd. De video bestond uit zo’n 720 foto’s – foto’s van maanden krijtwerk op een geleend schoolbord. Wat een werk… schitterend gedaan.
De bijeenkomst gisteren was net als de muziek eigenlijk vooral erg schattig: op een projectiescherm dat wankel op een getimmerd houten podium stond; in de aanwezigheid van onbeheerste kinderen die gillend en smijtend met knuffels de praatjes onderbraken; eigenlijk een mini-reünie van oude bekenden, op smaak gebracht met door de makers zelf gemaakte hapjes. De presentatie an sich was na tien minuten alweer voorbij (twee keer de video kijken).
Pas naderhand, omdat de makers zo aardig waren ons allemaal een cd mee te geven, ontdekte ik het merkwaardige karakter van de muziek van Alan Lauris. Hij is volgens zijn website ook ‘urban planner’ en maakt ook ‘urban planning’ muziek. Op zijn best kun je zijn teksten en composities misschien ‘idiosyncratisch’ noemen. Je zou ook kunnen zeggen dat het een bedenkelijke mix van retromuziek, platte homodisco, voorgeprogrammeerde synthesizerklanken, havo vier-teksten en slecht opgenomen zang is. Denk: Pet Shop Boys, Moby of Röyksopp – maar dan uit een warmgestookte garagebox in Utrecht Overvecht. Enfin. Misschien moet ik niet zo ondankbaar doen, want gezellig was het gisteren wel.
Laat dit dan vooral een reclameblokje voor de handvaardigheid van Arianne zijn.
Struikelstenen
Uitgelezen 56
‘Wo waren Sie denn?’
‘Hier im Westen. Mit dem Brand des Parlaments habe ich nichts zu tun.’
‘Wieso wissen Sie von dem Brand? Sie haben unseren Besuch wohl erwartet?’
Ihnen scheint klar, daß sie in meiner Person den Brandstifter gefaßt haben. Sie ahnten nicht, was wir alle schon heute nacht vermutet hatten: daß zur gleichen Stunde von hundert anderen Beamten hundert andere Linksradikale abgeholt wurden.
Ich sagte ihnen zwar, daß ich mitnichten der Brandstifter sei, aber sie antworteten, das sei egal, sie hätten nur den Auftrag, mich aufs Polizeipräsidium zu bringen. Außerdem müßten sie eine Haussuchung vornehmen.
Nur eines meiner Bücher fiel ihnen auf. “Tijdopnamen” hieß es.
‘Was ist das für eine Sprache?’
‘Holländisch,’ erwidere ich.
‘So, holländisch! Haben sie viele Beziehungen zu Holland?’
‘Nicht bezonders viele, warum?’
‘Was ist das für ein Buch?’
‘Es ist von mir. Der Übersetzer hat es mir vor ein paar Tagen gegeben.’
‘Wissen Sie wie er heißt?’
‘Ich kann mich nicht erinnern. Er stellte sich im Café vor.’
Auf die Idee, im Buch nachzusehen, wie der Übersetzer heißt, kommen die beiden Herren nicht.
[Egon Erwin Kisch, ‘In den Kasematten von Spandau’, uit: Aus dem Café Größenwahn, p.129.]
Okay, de Belgen
‘Okay, de Belgen…’ zuchtte een oudere man vermoeid toen hij zondag met zijn vrouw Kunsthal Kade in Amersfoort binnenliep. Het was alsof hij zichzelf oppepte voor een volgende ronde sollicitatiegesprekken met de zoveelste groep jonge, enthousiaste kandidaten. Wij kwamen net naar buiten, ook moe. Moe van de avond ervoor, de korte nacht daarna en ons bezoek aan de tentoonstelling van kunstenaars uit België, zoals bijeen gebracht door Tom Barman onder de titel De vierkantigste rechthoek. De expositie was een eclectisch geheel van Belgische kunst uit de afgelopen honderd jaar, ingericht naar aanleiding van de herdenking van de eerste wereldoorlog. Spilliaert, Tuymans, De Cordier, Braeckman, Bijl, Borremans, Delvoye, Broodthaers en nog zo’n dertig anderen – grote namen, alleen samen omdat ze Belgen zijn.
Veel meer dan dezelfde verzuchting konden wij er ook niet van slaken: ‘Okay, de Belgen…’
Humor en surrealisme. Misschien weten zij alles.