Vorige week heb ik mijzelf een nieuwe vulpen cadeau gedaan. Niet omdat het twintig jaar oude exemplaar het niet meer doet, maar wel omdat hij kuren begint te krijgen. En misschien ook wel omdat ik er de aanloop naar nieuwe schrijfprojecten mee wilde markeren. Ik had de aanschaf steeds uitgesteld omdat ik mij als consument zou moeten gedragen. Dat kon ik pas toen de hebberigheid groot genoeg was.
Mogen we generaliseren over kantoorboekwinkelpersoneel? Ik vind van wel. Over het algemeen werken daar nogal zuinige, extreem precieze en zeer achterdochtige, onvriendelijke mensen. Mensen die het beter weten. Ik verkeer bij voorkeur zo kort mogelijk in hun gezelschap, maar voor de aanschaf van een prijzige vulpen moest ik toch wat meer tijd uittrekken. Ik bleek overigens een vrij nauwkeurig omschreven idee te hebben van de pen die ik zocht: een zwarte vulpen met een gladde, glimmende, niet al te brede houder en een lange, scherpe, goud gekleurde punt. Het gewicht moest ergens rond de tien, vijftien gram zijn en de houder zo lang zijn dat hij in de kom tussen mijn duim en mijn wijsvinger kon rusten.
Aan die laatste wens bleek bijna geen enkel exemplaar te voldoen, maar dat kwam volgens de verkoopster omdat ik mijn pen ‘verkeerd vasthield’. Ik mompelde iets over grote handen en dat ik het nu eenmaal zo gewend was, maar dacht eigenlijk: ‘er is geen verkeerde manier van een pen vasthouden’ en kreeg spontaan een hekel aan haar. Ze stelde voor de pen anders vast te houden of de dop achterop te laten zitten – maar ze maakte al geen kans meer bij mij. Ik kon niet met haar communiceren of onderhandelen. Het ging om een gevoelskwestie, eentje die je uitsluitend kunt delen met iemand die je aanvoelt, en dat gold bepaald niet voor de medewerkster van de kantoorboekwinkel.
Misschien was het mijn paranoia, maar ik verdacht haar ervan dat ze vond dat ik wel veel wensen had en maar daar veel te weinig voor wilde betalen. En inderdaad: ik was niet bereid tot aanschaf van de allerduurste merkvulpennen. Ik vond driehonderd euro of meer niet opwegen tegen de vermeende extra kwaliteit die daarmee gepaard gaat. Een pen is voor mij een gebruiksvoorwerp, geen fetisj-artikel.
Als halfslachtige consument maakte ik een minimale prijs- en kwaliteitenvergelijking tussen vijf pennen en hakte de knoop door, eigenlijk vooral om aan mijn eigen ongeduld met de verkoopster een einde te maken. Hoe de ultieme vulpen mij ooit in alle rust zal worden gepresenteerd, is sinds vorige week mijn nieuwe dagdroom.