Archief voor juli 2012
Niet Ellen D.
Vandaag precies een week geleden, in Berlijn, waren we op bezoek bij onze vriendin C., product- en geschenkontwerper in de Grossstadt. C. Vertelde ons het verhaal van haar vakantie naar IJsland, nog niet zo lang geleden. Samen met een vriend was ze voor een dag of tien te gast bij bevriende IJslanders, op zoek naar rust en de ervaring van de onvermijdelijke, overheersende natuur. Maar in een supermarkt kreeg C. geld terug van een zeer zenuwachtig kassameisje, dat vroeg of zij toevallig Ellen Degeneres was, de Amerikaanse talkshowhost. C. zei van niet, en dacht dat het daarbij bleef.
Maar in het dorpse IJsland, waar iedereen die niet dicht bij elkaar woont, zo ongeveer de hele dag actief is op sociale media of televisie kijkt, verspreidde zich al snel het gerucht dat Ellen D. op het eiland was, misschien wel om de IJslandse gaypride bij te wonen. En voor ze het wist, werd C. door allerlei kranten en zelfs de nationale televisie benaderd, eigenlijk om publiekelijk te ontkennen dat ze Ellen D. was, met wie ze, dat moet gezegd, inderdaad enige gelijkenis vertoond.
In de dagen daarna hield de hype echter niet op. Diverse keren werd ze om haar handtekening gevraagd, en wilden mensen met haar op de foto.
‘Maar ik ben Ellen niet…’ sprak C. dan.
‘Dat maakt niet uit’ was dan het antwoord.
Rare jongens, die IJslanders.
De streek van Hauptmann
Vandaag precies een week geleden, in Berlijn, wandelden we ten zuidoosten van de stad, in de omgeving van Erkner. We stuitten er regelmatig op bordjes met een verwijzing naar leven en werk van Gerhard Hauptmann, van wie ik, moest ik tot mijn schande bekennen, nog nooit had gehoord. Deze Duitse schrijver, dichter en toneelschrijver woonde een aantal jaren van zijn, door ziekte geplaagde maar comfortabel op het vermogen van zijn schoonfamilie leunende bestaan in Erkner. In zijn woonhuis van toen is nu een Hauptmannmuseum ingericht. Precies een eeuw geleden, in 1912, kreeg Hauptman de Nobelprijs voor de literatuur.
We wandelden langs huizengroepen, door landschappen en woningen van personages die hem hadden geïnspireerd; een moeras dat later deels in cultuur was gebracht, in zijn tijd. De streek van Hauptmann.
Ik voelde min of meer de verplichting om me te verdiepen in het werk van de goede man (want wat moest ik anders met die bordjeswetenschap?), maar toen ik in een antiquariaat in Prenzlauerberg de volgende dag een boekje van hem in handen hield, liet ik me al snel ontmoedigen door de Gotische letters.
Het was er mooi, in de buurt van de Bretterscher Graben, de Kiekebuschweg (en wie was Kiekebusch?) en de Karutzsee. We hadden de atmosfeer geproefd, de zelfde bodem onder onze voeten gevoeld, onder de wuivende bomen en over de zonovergoten velden gelopen, er het weer zien omslaan. Dat moest maar genoeg zijn.
Nou ja, een postume felicitatie kan er ook nog wel vanaf: gratuliere, Gerhard.
The Thing en Neneh
Vandaag precies een week geleden, in Berlijn, namen we de ringlijn van de S-bahn om het centrum te omcirkelen. Tussen de regenbuien door stapten we voor een paar uur uit in stadsdeel Wedding – onder andere voor een kleine tentoonstelling. Aan het einde van de route, weer terug in Kreuzberg, wachtte ons een concert in Radialsystem V, een tot muziek- en cultuurtempel omgetoverde pompfabriek. Als onderdeel van het festival A L’Arme! traden daar Neneh Cherry and The Thing op, waarvoor we, direct na aankomst in Berlijn, kaartjes hadden kunnen bemachtigen. Zij hadden onlangs Neneh and The Cherry Thing uitgebracht, zo lazen we onderweg door Duitsland in de krant.
Festival A L’Arme! beleefde zijn eerste editie en gaf in vlammende bewoordingen zijn ambities voor de muziekscene in de stad te kennen:
‘Es ist fünf vor zwölf. Höchste zeit, dass sich der Jazz mit seinen Randfluren zur improvisierten, elektroakustischen und Neuen Musik wieder aus seiner elfenbeintürmischen Realitätsfeindlichkeit zurück in die Mitte des Lebens kämpft. Kreativität allein bedeutet gar nichts, wenn sie die Beziehung zur Wirklichkeit verliert und sich nur selbstgefällig am Koordinatensystem der eigenen Parameter abarbeitet. Alarm, an die Waffen und mit voller Kraft zurück in den Alltag!
Es gibt keinen besseren Platz als Berlin, um den Kokon der als innovativ missverstandenen Selbstbezogenheit einer ganzen Szene zu sprengen. Eine stadt, die wie ein riesiger Durchlaufhitzer funktioniert, in der beinahe wochentlich Neues entsteht. Eine Drehscheibe, die wächst, nach innen und aussen, deren Kessel stetig unter Druck gehalten wird und diesen doch über unzählige Ventile ablässt. Ein Ort, dessen hektische Geschichtslosigkeit dazu einlädt, immer nur nach vorn zu blicken. Völker, hört die Signale, hier und jetzt!’
Het Duits leent zich, zo moge bekend zijn, uitstekend voor het aansporen van een volk, en in dit geval was dat gelukkig ‘slechts’ ten gunste van de jazzmuziek bedoeld.
‘Wer zum A L’Arme! Festival kommt, muss sich auf Penetranz gefasst machen. Denn nur wer den Mut aufbringt, seine Umgebung und sogar sich selbst unentwegt zu penetrieren, wird in der immer unentrinnbaren Kakaphonie des globalisierten Rauschens noch gehört. Schliesslich geht es hier nicht um medial in Szene gesetzte Popstars, sondern um ein ebenfalls weltweit agierende, aber nicht werbewirksam gleichgeschaltetes, offenes Kollektiv von Einzelkämpfern, das sich über die immer bedruckender werdende Uniformität unserer Klangwirklichkeit hinwegsetzen muss, ohne sie zu ignorieren.
Eigenlijk kende ik The Thing slechts van ‘The Thing introduces…’ op One armed bandit van Jaga Jazzist, maar daarmee wist ik meteen genoeg. Alleen al het oergeweld van Mats Gustafsson op baritonsax beloofde een heerlijke bak herrie, die onze van indrukken overvol geraakte breinen leeg kon blazen. Aldus geschiedde. En hoewel Neneh zich eigenlijk wel een beetje een ‘medial in Szene gesetzte Popstar’ betoonde, maakte de rauwe, pulserende kracht van The Thing, met zo nu en dan een uitbarsting van Gustafsson alles goed. The Thing is een kolkende vulkaan, een drie-eenheid, en ogenschijnlijk volledig vergroeid met zijn instrumentarium. Mats Gustafsson stond regelmatig op zijn tenen halverwege zijn notenerupties, en dat was niet voor niets. Hij moest het toch ergens vandaan halen. Neneh stapte zo nu en dan de heksenkring van de drie Noren binnen, en forceerde met de haar kenmerkende lijzige, luie, streetwise attitude, een bescheiden doorbraak naar een wereld die wat groter is dan het magische, maar ook van zichzelf bezeten freejazzuniversum.
Voor ons maakte het concert tabula rasa, en nadat we de laatste hoosbui in Radialsystem V hadden afgewacht, liepen we in een ruis naar huis. We konden er weer een paar dagen tegen.
Oranienstrasse – Moritzplatz
Vandaag precies een week geleden, in Berlijn, besloten we een dag rond te blijven hangen in onze eigen ‘Kiez’. Alleen al ontbijten, de (boek)winkels en Hinterhöfe aan de Oranienstrasse binnen gaan, hield ons uren onledig. Omdat in Berlijn in een jaar tijd doorgaans al veel verandert, konden ook wij nogal wat nieuwe ontdekkingen doen onderweg. Aan het einde van de straat bijvoorbeeld, langs de Moritzplatz, is in het braakliggende terrein op de hoek van de Oranienstrasse en de Prinzenstrasse de afgelopen jaren een geïmproviseerde, groene oase in de stad ontstaan, de Prinzessinnengarten, waar je niet alleen de daar gekweekte groenten en kruiden kon kopen, maar ook kon eten en drinken aan campingtafels in de schaduw van de bomen. Urban gardening in Berlijnse stijl. Weer verder, door de omheining buiten, aan de andere kant van de rotonde, was sinds kort Planet Modulor gevestigd – zo ongeveer het paradijs op aarde voor iedere liefhebber van schrijfwaren, tekengerei en zo ongeveer alle denkbare kunstenaarsbenodigdheden, inclusief advies en ruimtes om te lunchen, boeken te kopen en samen te werken. Nu al drie verdiepingen materie voor de creatieve geest met jeukende handen. En er volgt meer. Modulor is een magneet, en ondertussen vermoedelijk de redding voor een aantal kleine ondernemingen op dit gebied.
We struinden verder en verder Kreuzberg door, en af en toe hield ik even halt om weer een foto toe te voegen aan mijn verzameling van kauwgomballenautomaten in Berlijn.
Am Wannsee
Vandaag precies een week geleden, in Berlijn, stonden we aan een duistere kant van de stad – al wordt de Wannsee over het algemeen geassocieerd met zonnebaden, het maken van dagtripjes en het verzamelen van veren op het Pfaueninsel. Maar in de nabijheid van het meer hangt ook de atmosfeer van waan en dood: in de verlaten Emil Behring kliniek voor psychiatrie, bij het Kleistgrab – op de plek waar Heinrich von Kleist zichzelf en zijn geestelijk getroebleerde geliefde Henriette Vogel in 1811 van het leven beroofde, en natuurlijk rondom het Haus am Wannsee.
In deze villa maakte de top van de Duitse nationaal socialisten in januari van 1942 tijdens een conferentie afspraken over de systematische vernietiging van de joden in Europa. De kamers op de begane grond zijn er ingericht als een museum, met foto’s en veel tekst over het ontstaan en de ontwikkeling van de Jodenvervolging en over de bizarre, bureaucratische manier waarop tijdens de conferentie besloten werd tot de ‘Endlösung’ van het ‘Jodenvraagstuk’. Op de eerste verdieping zijn een documentatiecentrum en bibliotheek gevestigd over deze thema’s.
Het huis leek zonder ziel, leeg ondanks de buslading Engelse scholieren die er een lesje geschiedenis kreeg. Het was gewoon een mooie villa met uitzicht op de Wannsee, die er die middag schitterend bij lag. Er stonden prachtige grote bomen in de tuin, die er in 1942 vermoedelijk ook al stonden. Ik kon niet helpen aan Armando te denken en, dientengevolge, aan het schuldvraagstuk voor deze bomen, die destijds getuige waren van de besprekingen.
We voelden eigenlijk niets in het huis, anders dan wanneer we stuitten op de zogenaamde Stolpersteine elders in de stad (bronzen kinderkopjes, tussen de andere, waarop de namen, geboorte- en sterfdata van uit de huizen weggevoerde Joodse Berlijners stonden) en anders misschien ook als we een concentratiekamp zouden bezoeken waar de vernietiging daadwerkelijk had plaatsgevonden, en nog duizenden geesten moesten ronddolen. Het Haus am Wannsee was slechts de nietszeggende, maar volkomen absurde plek waar over de verschrikkingen vergaderd was als een puur logistiek proces.
Wat is het aura van een dergelijk oord? Wat is geschiedenis? Het lijkt erop dat het vooral iets in onze gedachten is. Het verleden zelf bestaat tenslotte niet meer. Misschien is het Haus am Wannsee, als zovele Plekken, een tastbare kamer in het grote geheugenpaleis van de geschiedenis. Je kunt erheen, je kunt door dezelfde gangen lopen als Eichmann en Heydrich. Ook al voel je er niets, je weet het dan in ieder geval weer. Dat het waanzin was, wat er in 1942 besproken en besloten werd aan de Wannsee.