Met het speelgoed ruimde ik de laatste restanten van mijn feestje van zaterdag op. Mijn speelgoed van vroeger, dat nu opnieuw gebruikt wordt door de kinderen. Gisteren was, ook als restantje van het feest, vriend L. nog op bezoek. Hij vertelde over zijn eigen zoon, die onlangs bij een door L. als ‘zelfcensurerende’ krachtterm uitgesproken ‘Hè!’ had gevraagd of dat net zo’n slecht woord was als ‘godverdomme’. Onze eigen vaders mochten vanwege hun christelijke levensovertuiging niet vloeken en de vader van L. gebruikte daarom het genoemde ‘Hè!’. Mijn vader pleegde heel erg diep te zuchten. Wij wisten dan dat hij eigenlijk ‘godverdomme’ had willen zeggen, maar het niet deed omdat het niet was toegestaan. Wat het ook was, het zoontje van L. had het heel goed begrepen. Het is de manier waarop een woord wordt uitgesproken waardoor het een vloek kan zijn, ook al is de vloek zelf eigenlijk verdwenen.?Terwijl ik vandaag het speelgoed wegborg, kwam ik ook een paar bijna antieke bordspelen tegen, die van mijn ouders of hun familie geweest moeten zijn; spelletjes die ik weer van hen had overgenomen. Waarom bewaarde ik dat allemaal? Wat betekende het nu helemaal? Het is de beleving, blijkbaar overdraagbaar ondanks de verschillen in betekenis; onzichtbaar, maar onmiskenbaar aanwezig. Zij, ik, en de kinderen na mij maken een wereld met de poppetjes, pionnen en parcoursen in karton. Ik kan dat speelgoed niet weggooien, net zoals onze vaders er altijd zullen zijn, iedere keer dat iemand ‘Hè!’ zegt of een zeer diepe zucht slaakt. Het is een kracht die sterker is dan een geloof in duizend goden. Dat moet Shinto zijn.
Archief voor juni 2012
Maandagavond filmavond: Hemel
Oud glas
In het kielzog van mijn associaties, voer ik door Duitsland en de tijd. Oud glas in Marquardt gaf uit op acacia’s en platanen, op Mengele en Manufactum, op Rommel en Pruisen, op Berggrün en Kerouac, op wolken, op water, op wind. De reis lag in de monden van anderen, en in de woorden van mijn eigen verhaal.
Uitgelezen 11
‘Nu, vijfentwintig jaar nadat ik krijsend om erkenning als een stralend hemellichaam ter wereld kwam, is de tijd daar om te oogsten. Ik heb mijn best gedaan en volgens mij voldoe ik gewoon aan alle voorwaarden om een bestseller te worden. Sterker nog: op het moment dat je dit leest ben ik het uiteraard al.
Dat is niet zomaar gegaan. gelukkig zie ik er lekker uit – daar heb ik niets voor hoeven doen. En volgens onze grote volksschrijver Kluun scoor je fors wat punten als auteur wanneer je een mooie vrouw bent en ook nog eens over seks schrijft. Dat laatste heb ik dus maar gedaan, al zullen mijn ouders daar misschien minder gelukkig mee zijn. Maar wat stelt seks tegenwoordig nou helemaal nog voor? Seks is lifestyle, meer niet, en als je een beetje een fatsoenlijke oplage wilt krijgen, moet je aan lifestyle doen, dat weet elke hoofdredacteur. Daarnaast is het menselijke element heel belangrijk, het persoonlijke drama. Het vertellen van een coherent verhaal is daarentegen niet echt nodig, of eigenlijk simpelweg onwenselijk. Nu alle stuiptrekkingen van de global village volkomen versnipperd tot ons komen, leek het me dus hartstikke ongeloofwaardig om met een lineair verteld verhaal en een afgebakken plotje aan te komen zetten. Ik heb mijn ikje in zeventien stukjes geknipt en die in een associatieve volgorde naast elkaar geplakt. Resultaat: een kleurrijk, caleidoscopisch geheel.’
[Maan, Ik ben Maan, p. 220-221.]