Archief voor april 2012
Avond in het universum
Van de leermeesters in mijn bestaan kan ik er enkele ook mijn vrienden noemen, en er op bezoek gaan. Zo logeerden we afgelopen weekend in het huis van G. en zijn vrouw. Ons gesprek aan de keukentafel meanderde als een rivier door de tijd, van associatie naar associatie. We spraken onder andere over de kunst van het herinneren en vergeten. G. leende me zijn exemplaar van Het geheugenpaleis, ik verwees hem naar Museums of the Mind.
Zo nu en dan verdween hij enkele minuten naar zijn schuur, die eigenlijk een kleinere versie van hun woonhuis is. Daar heeft hij een uitgebreide muziek- en literatuurbibliotheek ingericht om de fietsen, het gereedschap en zijn schildersatelier heen, die de benaming ‘verzameling’ verre overstijgt. Steeds kwam hij terug met muziek: opnamen van een Siciliaanse celliste (terwijl we spraken over hun aanstaande reis naar Sicilië); liederen van een aan Bob Dylan verwante Russische troubadour (omdat wij het hadden over het eigenaardige karakter in de klanken van sommige talen, zoals het Russisch); of met muziek van een kunstfluiter plus rockband (omdat we vertelden over het concert van Andrew Bird onlangs in Paradiso). Hij wist steeds feilloos de passende muziek te vinden in zijn collectie, die dan ook zeer geordend is.
Het lijkt erop dat G. zijn geheugen geëxternaliseerd heeft in duidelijke categorieën, deelverzamelingen en aantekeningen in notitieboekjes. Auteurs, componisten, genres, landen, labels – correspondentie, literatuur en muziek is in zijn schuur bij elkaar geschaard in mappen, dozen, koffers, kasten en kisten, en allemaal aangeduid in dezelfde prachtige, archaïsche kalligrafie.
Een bron van kennis en ervaring van de natuur, de literatuur en de andere kunsten was hij al zo’n vijfentwintig jaar. Ook verzamelen deed hij al die tijd, misschien wel tot obstakel en ergernis in het huishouden. Maar in de loop van de tijd heeft hij daarmee een parallelle wereld gecreëerd, de grote wereld in het klein. Als een kluizenaar misschien, maar zeker als prachterfenis voor zijn dochter, ooit. Zijn schuur bevat niet alleen zijn eigen geheugen, maar ook dat van een collectief: het is een veelstemmige verzameling van ooggetuigen, een prozaïsch, poëtisch en muzikaal universum. En het was heerlijk om deze heerser daarin te zien zoeken en vinden.
Cowboy
Als je wilt weten wat een van de principiële oorzaken van de economische crisis is, en tegelijkertijd een studie wilt zien van de mentale machinaties van een narcist, kijk dan over mijn schouder mee naar deze reportage over miljardair Nicolas Berggruen. Huiver als je wilt zien dat het van Christus naar Antichristus voor Nicolas Berggruen slechts een kleine stap is, maar een grote voor de mensheid. Geschiedenis is geen natuurwet, geen machine en geen wetenschap maar een gevolg van de handelingen van individuen, invloedrijke individuen zoals Nicolas Berggruen.
Miljardair Berggruen profileert zich als weldoener, als een investeerder met een visie voor de lange termijn, en met geduld. Er is verder weinig over hem bekend. Berggruen bezit geen enkel huis, vliegt van stad naar stad en verblijft dan in hotels. Hij is een rijke investeerder die niet gedreven lijkt te worden door het najagen van geldelijk gewin, ook al is het zijn eigen vliegtuig waarmee hij de wereld over vliegt. Hij heeft geen thuis, geen partner of kinderen, lijkt een volkomen vrij man. Op voorhand kon hij daarom op mijn interesse rekenen. Was hij op de een of andere manier verlicht? Was hij wijs? Of was hij toch gewoon een cowboy van het kapitaal?
Na het zien van de reportage leek het me vooral waarschijnlijk dat Berggruen in hotelkamers woont om ieder moment te kunnen ontsnappen aan de aandacht. Hij is op de vlucht voor binding, voor werkelijk engagement en de enorme discrepantie tussen zijn zorgvuldige gekweekte nobele imago en de smerige werkelijkheid. Het gaat hem inderdaad niet om de toename van zijn materiële bezit; dat is vermaak van de middenklasse. Het lijkt er meer op dat hij houdt van een machiavellistisch spel met geld en het beheersen van de levens van anderen – of dat nu arme boeren zijn in de Turkse bergen die bedreigd worden door een waterkrachtproject dat vermoedelijk geen doorgang vindt, de bewoners van achterstandswijken in de VS die gebruikt worden als pion in een investeerderstruc of de medewerkers van het Karstadt warenhuis in Duitsland, die denken dat hun winkels gered zijn, maar waarschijnlijk uitstel van executie hebben gekregen, omdat Berggruen een jaar later casht dan alle andere investeerders gewoon zijn.
Berggruen kan het zich veroorloven zijn beslissingen te nemen precies buiten het zicht van het nieuws, op het moment dat de aandacht verslapt, of het budget van de meeste onderzoeksjournalisten ophoudt. Omdat hij er het geld voor heeft, en ongrijpbaar is. Hij wacht op het juiste moment voor de grote klapper, en maakt die, altijd. Kil, zonder aanziens des persoons. Voor Berggruen is alles een spel met de macht. Ontluisterend, vooral omdat hij zelf ook nog eens zegt dat hij niet uniek is…
Dergelijke geschiedenissen vuren, keer op keer, grote woede in mij aan. Eigenlijk begin ik iedere keer met de verwachting dat de mens tegenover mij een oprecht en zuiver mens is. Ik weet beter, maar zal het ondanks alles volhouden – al is het steeds korter.
Ochtend in het universum
Uitgelezen 8
‘Ik weet heus wel hoe er geleefd moet worden, je moet redelijk zijn en beschaafd en de tering naar de nering zetten, en het walletje bij het schuurtje laten en de verzenen niet tegen de prikkels slaan en het hele verdomde spreekwoordenboek uit je kop leren, en de juiste kranten lezen, en de citabele columnisten savoureren, en het ener- en anderzijds beoefenen, en de complexiteit van de menselijke samenleving in je oordeel betrekken, en de kwaliteit laten prevaleren boven de kwantiteit. Makkelijk zat, zo moet je leven. Maar wat te doen met de demon die ervoor zorgt dat je de gore koppen van je kersverse collega’s wel in elkaar wilt slaan, dat je de lieftallige dochter van je buurman de kleren van het lijf wilt scheuren, dat je het woord financieringstekort nooit meer wilt horen, dat je nooit meer wilt werken, omdat werken onnatuurlijk is en mensonterend, en dat je zeker nooit meer wilt bidden en met het wandtegeltje BID EN WERK en werk van je tante in Almelo haar servies wilt vergruizelen, wat te doen met die klant?’
[A.L. Snijders, ‘Indian Summer (1)’, uit: Ruim water, p. 181-182.]
Existentialisme
Een van de drie collega’s waarmee ik ieder seizoen samen een keer ga eten, doet wetenschappelijk onderzoek naar relaties tussen sport en samenleving. Zij is daardoor met enige regelmaat terug te vinden in de wereld van de vechtsporten. Dat is voor haar een wezensvreemd en fascinerend terrein vol paradoxen, waar ook de overheid zich nauwelijks raad mee weet. Dat vechtsport eigenlijk om zelfbeheersing en discipline draait, is natuurlijk al een paradox. Ook de bijdrage aan zingeving van jongeren in achterstandwijken of -milieus is niet te onderschatten. Op het moment echter dat er gala’s omheen worden georganiseerd, wil de overheid paal en perk stellen aan deze sporten, ook al gaat het dan misschien vooral om de bezoekers, en wat zij er op projecteren.
We vroegen ons gisteravond af waarom zoveel mensen gevochten hebben, en slaan eigenlijk normaal vinden, in welke omstandigheden we dat zelf zouden doen. We spraken over ervaringen uit oorlogsgebieden en huiselijk geweld. Mijn collega had nog nooit van Fight club gehoord, een omissie die zij snel moest goedmaken wat mij betreft, al betreft het een andere sociale klasse in deze film. Dat dergelijke clubs ondertussen werkelijk bestaan, dat had schrijver Chuck Palahniuk natuurlijk al voorzien.
Misschien zijn we door de beschaving vervreemd van onze natuur, of is het juist de wrede natuur die de beschaving weer overwoekert. In ieder geval hebben sommige mensen een plek nodig om klappen uit te delen. Een gevecht om identiteit kun je ook letterlijk nemen. Als iemand dan toch zelfbeheersing en structuur wil leren kennen, verkies ik vechtsport wel boven religie. Dan kun je tenminste spreken van een persoonlijke identiteit, en ontken je niet dat je verantwoordelijk bent voor je eigen daden.