Na een rijke historie als vliegveld en megalomaan architectonisch gedrocht, is het veld van het Berlijnse Tempelhof sinds een jaar nu park geworden. Je kunt er wandelen, in het gras liggen en barbecueën, vliegeren en skaten – behalve daar waar de vogels broeden en waar de ekofielen hun getimmerde kistjestuintjes hebben staan. Er staan echter nauwelijks bomen, dus voor verkoeling moet je er niet zijn, hooguit op het terras van het café dat er nu zit. Op deze kale elleboog van de stad, waarvan het water de projectontwikkelaars natuurlijk vanuit de mondhoeken gutst, is het echter vooral leuk om over de startbanen te fietsen, al is dat in de brandende zon geen aanrader. Een onwerkelijke sensatie van ruimte en snelheid overvalt je, door de breedte van het asfalt en het ontbreken van de gebruikelijke oriëntatie. Bovendien: het voelt als een overwinning op de geschiedenis en een dikke middelvinger naar de begeerte van speculanten tegelijk. Voor zolang het duurt.
Archief voor juni 2011
Kaugummiautomaten (3)
De escapisten (9)
Nummer 606, en verder
Ik ben toe aan blogpost nummer 606. Mijn oorspronkelijke idee voor de afleveringen was dat iedere dag zijn vermeldenswaardige inzicht of ontmoeting heeft, en dat ik daarover zou schrijven. Of een foto zou maken die evenzeer het meest belangwekkende van de dag zou weergeven. De praktijk is echter dat niet iedere dag de tijd en gelegenheid biedt om iets te maken en, laten we eerlijk zijn, niet alle dagen en ontmoetingen ook even inspirerend blijken. Bovendien: inzichten moeten soms rijpen, zodat er soms meerdere dagen verstrijken voor ik dat in de juiste bewoordingen kan gieten.
Dus begon ik met een serie over wat ik lees, met fotoreeksen van verzamelingen en associatieve beeldverbindingen met de steden waar ik graag ben. Ik maakte reclame voor het werk van anderen of dat van mijzelf en schreef soms een mini-essay. Alle hadden zij welbeschouwd minder uit te staan met de dag waarop ze werden gepubliceerd.
Na 605 posts vraag ik me dan ook af: moet ik ‘back to basic’, ook al betekent dat soms het schrijven van maar één enkele zin, die dan ook nog over de leegte en de vermoeidheid kan gaan? Of zal ik van alle stukjes die nog niet zijn geplaatst, of die ik wel bedacht maar nog niet geschreven heb, een nieuwe serie ‘archeologische’ blogposts maken? Ik weet het nog niet.
Wat ik wel weet, is dat er ergens in de komende maanden veel zal veranderen voor Polaroid van de dag. De blog wordt opgenomen in een groter geheel, namelijk dat van mijn nieuwe website. Daar wordt op dit moment nog aan gewerkt. Zodra de verhuizing aanstaande is, laat ik dat natuurlijk weten. Het nieuwe huis betekent in ieder geval: ruimte voor nieuwe labels en nieuwe series, nieuwe energie. Ik begin opnieuw. Iedere dag weer. Eigenlijk verandert er dus niets.
Uit de leeszaal (64)
‘Hij houdt het voor gezien.’
‘Het is Tonio ten voeten uit. Als hij de werking van iets, een machine of een natuurverschijnsel, eenmaal heeft doorgrond, verliest hij zijn geduld. Er is meer in de wereld dat zijn aandacht opeist. (…)
Maar sinds Zwarte Pinksterdag bijna elf jaar later blijft mijn herinnering aan de zonsverduistering steken bij Tonio’s afhaken. ‘Zo, en nu wil ik er niets meer mee te maken hebben.’ Op momenten dat zijn dood echt tot me doordringt, en de kou en de schrik me om het hart slaan, ligt weer dat zielloze schijnsel van de eclips over de wereld, die net als toen z’n adem met vogelgefluit en al inhoudt. Al het andere (de heldere dageraad, de stekende zon aan een egaal blauwe hemel, de contrastrijke avondschemering) is illusie, een herinnering aan hoe het mogelijk ooit geweest is. Er is een schaduw over gevallen – niet de vitale schaduw, die de sterkte en de beweeglijkheid van de zon aangeeft, maar de valse, giftige schaduw van de zonsverduistering, allesdoordringend en alles besmettend.’
[A.F.Th. van der Heijden, Tonio, p. 628-629.]