‘Je moet je indrukken laten bezinken,’ zei ze, in al haar wijsheid, en met gevoel voor mijn piepende en krakende gestel.
Ik vroeg me af of je dat doelbewust, actief handelend, zelf kunt doen, ‘laten bezinken’. Vandaag heb ik er in ieder geval de tijd voor, en de futloosheid om iets anders te ondernemen.
Ik kijk uit het raam, zie kinderen die blij zijn dat ze vanmiddag vrij zijn, en wacht alert op het bezinken. Is het al begonnen? Zo nu en dan zie ik een fragment van mijn belevenissen van de afgelopen tijd, voel ik wat ik eerder voelde deels opnieuw. Maar die flarden mogen eigenlijk geen naam hebben. Over mijn ervaringen nadenken doe ik eigenlijk ook nauwelijks. Ik lijk, kortom, weinig invloed op het bezinken te hebben.
Ik wacht dus maar en sta – als een fles waarin de droesem of het gist langzaam naar de bodem daalt. Niet gaan liggen, niet schudden, en straks: voorzichtig uitschenken. Alert blijven misschien, maar de zwaartekracht niet dwarszitten nu. De stukjes laten dwarrelen en dalen, met de verstrijkende tijd. Staan en laten gaan, de werkzame stoffen hun eigen werk laten doen. Laten – om over te houden wat van gewicht is.
Archief voor september 2010
3 in 1
Meer dan het weer
Na het midden van de week volgde het midden van het land. Zo ongeveer. Vandaag was ik in De Bilt, en bezocht de bibliotheek van het KNMI, voor research waarover ik hier niet verder uit zal wijden. Alle officiële benamingen en functies ten spijt, in mijn kinderlijke voorstelling van zaken was het KNMI toch zoiets als de plek waar het weer wordt gemaakt, zoals de horlogereparateur waar ik iedere dag langsliep in Berlijn de tijd fabriceerde. Ik verheugde me er buitengewoon op, en had even het gevoel dat ik een magische plek betrad.
Twintig jaar geleden liep ik met hetzelfde gevoel bij het KNMI door de achterdeur binnen, omdat ik namens de firma Hokatex de handdoekrollen en ‘schoonlopers’ (deurmatten) kwam verversen. Nu was ik een officiële bezoeker, en net op tijd binnen voordat er een hevige regenbui losbarstte, waar de receptioniste en ik ademloos naar keken. Ik deed mijn uiterste best niets over het weer te zeggen, ook al mag het belang van het weer niet onderschat worden.
Natuurlijk was de bibliotheek overladen met zeer exacte, wetenschappelijke literatuur over de meteorologie en de meest uiteenlopende verschijnselen en omstandigheden in de atmosfeer. Maar het ware genoegen ervoer ik toch vooral op de momenten waarop een auteur zijn poëtisch talent de vrije loop liet in zinnen als: ‘Weather is what we experience’, ‘We are air conditioned’ of, filosofischer nog: ‘ We have trouble with space. In Western thought, space is empty and has to be occupied with matter. Time is empty and must be filled with activity.’
Soms was er een meteoroloog die, of al niet bewust, de verbeeldingskracht lieten spreken in de titel van een boek:
Bij vertrek werd ik, op de kleine, artistieke rotonde voor de deur, gepasseerd door een bestelwagen van de firma Initial/Hokatex. Alsof ik op exact hetzelfde punt was teruggekeerd, na talloze bewegingen door hoge en lage druk. Ik kon opnieuw beginnen.
Het midden van de week
Tijdens de bespreking met grafisch ontwerper De Boer over mijn nieuwe website, viel regelmatig het woord ‘statisch’, vooral als een fenomeen om te vermijden. Dat ik gemiddeld slechts een keer in de zeven jaar een roman publiceer (naar verwachting pas weer in 2012) helpt daarbij natuurlijk niet, ook al werk ik daaraan door, buiten zicht. Gelukkig zijn er deze Polaroids, waardoor ik op zijn minst de schijn van beweging kan wekken. Ze zullen straks het kloppende hart van de website vormen.
Het samen schetsen van een nieuw ontwerp was een confronterende bezigheid. Ik had weliswaar ‘eenvoud’ als kernbegrip geformuleerd, maar doorzag pas vanochtend de zeer complexe omweg die ik daarvoor zelf had bedacht.
Met dank aan De Boer zal ook de website zelf straks helder een eenvoudig zijn. Ik ga er nu teksten voor schrijven, en dien mijzelf daartoe min of meer opnieuw uit te vinden: wie ben ik, wat doe ik, wat heb ik gedaan en waarvoor mag u mij benaderen? U hoort er nog van.
Het toeval wil dat ik elders een reflectieverslag op mijn functioneren aan het opstellen was. Ook op andere gebieden werd de balans opgemaakt, maar daarover wil ik hier niet uitwijden. Dit is het midden van de week. Op zoek naar een nieuw evenwicht, en ik ben er moe van geworden, met het vallen van de avond. Op de plaats rust dan maar, voordat er weer beweging komt.
Gert verzamelt vogelthuisjes (7)
Aankomen
Als ‘partir’ ‘mourir un peu’ is, wat is aankomen dan? Bruinkapje gaat naar The Big Apple en kwam nog even langs om uitgezwaaid te worden. Via Google Streetview wierpen we vast een blik op het hotel waar ze zondag naar binnenloopt, keken we links en rechts de straat uit en zagen aan het eind de Hudson rivier. Geruststellende beelden van een zonovergoten New York. Ik herkende haar behoefte om te weten hoe je in een zo doelgericht mogelijke beweging van het vliegtuig met de metro naar je verblijfplaats komt, om van daaruit pas echt de stad te gaan verkennen. Omdat je alleen reist, en niet kunt overleggen. Je wilt voorbereid zijn, niet gedesoriënteerd aangetroffen worden als een onzekere, verse prooi in een omgeving die onoverzichtelijk en mogelijk bedreigend is. Buslijnen inprenten, straatnamen onthouden, kaartjes printen, een looproute kiezen; zodat je kunt doen alsof je er al jaren komt, en niet alleen omdat je tientallen films hebt gezien die zich in deze stad afspelen.
De angst voor het onbekende en het achterlaten van het veilige, vertrouwde raken echter ook aan het verheugen. Sinds de komst van Google Earth en Google Streetview is aankomen veranderd. Je kunt je zelfs afvragen of de betekenis van reizen veranderd is; wanneer het reizen daadwerkelijk plaatsvindt.
Toen we gisteren de 79e straat uitliepen, bedacht ik dat aankomen zoiets als controleren kan zijn, vaststellen dat de situatie ter plaatse inderdaad is zoals je had verwacht. Maar hoe werkelijk is Streetview? Ligt er ooit sneeuw in de beelden die Google van de straten laat zien? Stormt het ooit? Zijn we wel eens getuige van een beroving of een moord?
Eerder op de dag liet A. me beelden zien van de reis naar Thailand die ze met haar gezin deze zomer had gemaakt. Schitterende Leicafoto’s van een bijna tastbare wereld elders, vol leven. Ik fietste op een smalle betonnen strook tussen het water in, manoeuvreerde tussen mensen, brommertaxi’s, groentekramen en tempels met enorme, liggende gouden beelden en frescoschilderingen door, samen met hen. Ik was er niet bij, maar toch was ik erbij. Niet vertrokken, maar toch aangekomen, door mee te kijken met hun ogen. Aankomen is leven. Dat kan niet missen.