Misschien, wellicht, vermoedelijk – het zijn woorden die ik hier vaak gebruik. Ik formuleer graag hypotheses, veronderstellingen en vermoedens, in de enige zekerheid dat ze precies dat zijn wat ze zijn; een mogelijk begin van iets, van begrip misschien. In mijn eigen woorden, maar bijvoorbeeld ook in die van filosofisch geïnspireerde krantencolumnisten als M. Februari en Bas Haring herken ik het zoeken, het met vermoedens en vragen omcirkelen van wat de waarheid moet zijn, maar vermoedelijk leegte, niets is. In ieder geval niet iets dat vaststaat en (be)grijpbaar is. Waardoor wat zij en ik schrijven ook nietszeggend kan lijken, hol in het midden. Het zij zo, maar het is niet zo.
Ik geloof daarom oprecht in het worden, het eindeloze worden van de dingen, en in veranderingen onder invloed – van wie, of wat, in welke situatie dan ook. Ik maak me natuurlijk voorstellingen van een nabije toekomst, ook ik maak plannen en afspraken, stel mijzelf doelen en denk na. Ook ik wil geloven dat sommige dingen blijven zoals ze zijn omdat ze goed zijn zoals ze zijn of anders worden als ze dat niet zijn. Dat is een overlevingsstrategie. Maar in wezen zijn er geen conclusies mogelijk, dat is mijn stellige overtuiging. Je kunt standpunten innemen, vaststellingen doen opdat het voor iedereen duidelijk is wat het zou moeten zijn, inclusief voor jezelf – maar daarmee is het niet noodzakelijk waar. Het is misschien goed bedacht, en soms kun je je gevoel er ook nog mee manipuleren – dat weet ik als geen ander, ik doe het nog steeds, soms. Maar het is toch niet echt wat het is, al kan ik me daarin natuurlijk vergissen.
Leven in de overtuiging van het worden betekent niet dat je onbevangen tegenover de dingen staat, wel dat je alles een kans geeft, ook al is het er maar één. Het betekent een streven naar verandering, naar ontwikkeling, hoe klein ook. Tegenslag kan zo ook een avontuur worden. Onverwachte gebeurtenissen bestaan alleen bij de gratie van een verwachtingspatroon. Iedere gebeurtenis is van zichzelf onverwacht en biedt daardoor kansen op verrassing, verrijking, nieuwe mogelijkheden. Iedere dag is een nieuwe. Iedere ontmoeting kan open en democratisch beginnen, opnieuw beginnen ook, net zolang tot het tegendeel blijkt. Zelfs herhaling heeft in eerste instantie schoonheid, al wordt het toch een grap, en daarna een steeds slechtere grap, een voorteken van het einde, de dagelijkse dood. Omdat herhaling het worden uitsluit.
Deze overtuiging levert wel onrust op, dat moet ik toegeven. Onzekerheid ook, fundamentele onzekerheid zelfs. Ik wil dat graag als zodanig identificeren, al vloeit de overtuiging voort uit mijn particuliere gedachten, mijn eigen gevoel, en heb ik met niemand overlegd over de conclusies.
Tijd voor muziek: