Gisteren mag de dag van de waan zijn geweest, van eenzaamheid, inbeelding en paranoia, van vragen van geloven of niet geloven, van wat zichtbaar, onzichtbaar, gezien of niet gezien is, van paniek en mist of van de vlucht met een roes in het kwadraat. Laat dan vandaag de dag van de helderheid worden, van eenvoud en duidelijkheid, van het zonlicht en de alles verwaaiende wind. Een dag van vergeten en werken en zwemmen en lopen, van concentratie en contemplatie, van aandacht, liefde en rust. Woensdag, een dag zonder dromen alstublieft, als een eiland in de week. Zodat we voorbereid zijn op het betreden van de volgende wereld: de dag van morgen. Witte donderdag. Goede vrijdag. Stille zaterdag. En zo verder. Amen.
Archief voor maart 2010
Het lezen van de straat (3)
Uit de leeszaal (36)
‘De voornaamste eis waaraan de virtuele Marsvaarders moeten voldoen, is het vermogen 520 dagen in absolute isolatie door te brengen met een handvol lotgenoten. Dat gebeurt in Moskou in kokers van een paar meter lang en hoog, zonder ramen, van binnen afgetimmerd met schrootjes – ze zien eruit als kleine saunacabines. Er zijn bedden, bureaus, douches, wc’s en instrumentenpanelen. In een bruine hangar wordt het Mars-oppervlak nagebootst. Daar zal een deel van de bemanning in ruimtepakken rondlopen.
De astronauten krijgen eten en water mee voor de duur van de nagebootste reis, maar voor de rest zijn ze geheel op zichzelf aangewezen. “Na twee maanden brengen we een vertraging van 20 minuten aan in de radiocommunicatie”, zegt Zell. Zo lang doet een signaal erover om van Mars de aarde te bereiken. “Op dit soort afstanden is een gesprek niet mogelijk. De astronauten houden via e-mail contact met de achterblijvers.”
(…) Simulaties als deze ontberen belangrijke elementen, zoals de onmogelijkheid van redding in het geval van calamiteiten en levensbedreigende gevaren. Suedfeld vindt dat onderzoekers beter kunnen nagaan wat de eerste historische ontdekkingsreizen deden met de pioniers van toen.
Zell erkent dat de mannen in de nepcapsules zich er altijd van bewust zullen zijn dat ze een deur verwijderd zijn van hulp. “Als een vrijwilliger wil opstappen, zullen we dat accepteren. Vertrekkende bemanningsleden worden niet vervangen.”
[‘Verveling is de grootste bedreiging voor aankomende Mars-vaarders’, Peter van Ammelrooy in: de Volkskrant, 27 maart 2010]
Het lezen van de straat (2)
Groeten uit Haarlem
Omdat ik voor mijn gevoel alleen thuis was om te slapen deze week, begon ik meer te begrijpen van de muzikanten met wie ik sprak. Wanneer je op tournee bent en vrijwel iedere dag van land of stad wisselt, en van verschrikkelijk hotel langs de snelweg naar verschrikkelijk hotel onder aanvliegroutes naar het vliegveld gaat, dan ga je zelfs op je schaarse vrije dagen nog weer andere mensen en andere steden bezoeken. Maniakaal op zoek naar iets dat indruk maakt, wanhopig op zoek naar verbinding met de plek waar je zou moeten zijn en schijnbaar bent. Of je duikt de mist van een verdoving in. Kwetsbaarheid en openheid vreten je op , doen je verdwijnen in de straten en hotels en bars en in de anderen omdat er altijd wel iemand is die iets van je wil. En dan verdwaal je. In de import- en exportbusiness van indrukken, mensen en ideeën kun je bijna niet anders dan een geharnaste identiteit ontwikkelen, al is het maar voor jezelf, uit lijfsbehoud. Gisteravond werd het me weer duidelijk dat het dan zaak is je op tijd weer op te sluiten, af te sluiten en te verdwijnen in jezelf, waar die dan ook woont. Om je harnas in het zoutzuur te kunnen leggen, wat echt beter is. Ik zag de muzikanten het zweet van de opluchting uit hun poriën spelen. Het was de laatste avond van hun tweeweekse reis door Nederland en België: morgen eindelijk naar huis… En namens hen doe ik dan ook maar de groeten, uit Haarlem.
Wondering what to do next
Gisteravond is het filmfestival Wondering what to do next van start gegaan met de vertoning van Lars von Triers Manderlay. Wondering what to do next is een klein festival dat over vijf woensdagavonden verspreid is. De films worden ingeleid door wetenschappers, in de geest van filmexplicateur Louis Hartlooper – tevens naamgever aan het filmhuis waar ze vertoond worden. Ik kondigde de filmavond aan en begeleidde het nagesprek met publiek.