‘De warmte van mijn handen heeft wonderen verricht, dat weet iedereen die ze gevoeld heeft en voor hun helende werking openstond. In de aanraking van mijn handen incarneert de tastbaarheid zelf. Het enige dat ik vraag is aandacht. Want het is slechts aanwezigheid die voelbaar wordt, een warmte die iedereen zou kunnen geven. De mensen zijn echter koud gemaakt, en bang geworden voor de bevingen van de aarde, voor scheuren in de korst, voor de vloeibaarheid van de wereld. Soms heb ik met mijn handen die angst even weg kunnen nemen. Morgen zal ik dat voor heel de wereld doen en ze uitstrekken naar iedereen. En iedereen die mij vasthoudt, zal oog in oog staan met het magma van de liefde.’
[uit: ‘De Intocht’, voordracht tijdens de Salon der Extase, 11 april 2009]
Archief voor april 2009
Autoritratto
Modena, 15 augustus 2006: met mijn mobiele telefoon maak ik per ongeluk een zelfportret, een autoritratto dus (mooi woord, altijd al een keer willen gebruiken). Ik portretteerde mijn kritische zelf met een vinger voor de lens en, zoals al mijn mobiele telefoonfoto’s, ’s nachts of in schaars verlichte ruimtes, in dit geval de Corso Cavour. Ik was met Gianmaria Testa, Gabriele Mirabassi en Nicola Negrini en aanhang onderweg naar een bar, na hun indrukwekkende openlucht optreden in de Giardini Pubblici. Dat ik de fotofunctie van de telefoon niet begreep, kun je aan me zien – zoals je doorgaans alles aan me kunt zien.
Geldt dat ook voor Polaroid van de dag? Dit is mijn honderdste blogbericht. Is het tijd om een balans op te maken, zoals presidenten en interimmanagers dat soms na honderd dagen doen? Ik kijk zelf nog steeds met verbazing naar wat de blog over mezelf te zien geeft, en wat niet. Moet ik er al mee stoppen? Heeft het zin na honderd dagen kritisch terug te kijken, op alles wat nieuw is? Is het na honderd dagen niet nieuw meer? Ik geloof er niks van. Tot morgen.
Stille zaterdag starparty
Nog iedere dag schuift er een dia van Berlijn voor mijn geestesoog. Daardoor valt mijn blik ook op een interview met schrijfster Chloe Aridjis, die een roman schreef met de titel Wolken boven Berlijn. Zij vertelt lid te zijn van de International Dark Skies Association (IDA), die zich inzet voor het terugdringen van nodeloos verspillend gebruik van kunstlicht, en de zogenaamde ‘lichtvervuiling’: ‘Als we voortdurend door kunstlicht zijn omgeven, zien we de sterren niet meer. En het gaat me ook om een visuele stilte. Die hoort voor mij bij de nacht.’
De Dark Skies Association website opent een van die vele onbekende, maar grote werelden in het web: de IDA blijkt protest en allerlei activiteiten te organiseren, inclusief zogenaamde starparties. De Association heeft ook een mission statement (’to preserve and protect the nighttime environment and our heritage of dark skies through quality outdoor lighting’). Hun site opent echter met een veel poëtischer citaat, eentje waarmee we dit hele paasweekend vooruit kunnen: ‘Darkness is as essential to our biological welfare, to our internal clockwork, as light itself’. Verder zien we mooie foto’s van extreem fel verlichte, maar verlaten parkeerplaatsen, straathoeken en erven op de site – je zou er juist een organisatie voor behoud van al die extreme uitlichting voor gaan oprichten.
Omwille van deze Stille Zaterdag zal ik vannacht echter een eigen starparty organiseren, ver van de verblindende verlichting van onze straten. Misschien zie ik jullie daar. Dan kunnen we in alle rust samen naar de sterren kijken.
Hongerige wolf
Het was een ongehoorde vlaag van leeshonger die mij gisteravond de straat op dreef. Omdat de winkels en de bibliotheek om 21.00 uur zouden sluiten, had ik nog een uur om een boek te vinden dat me zou kunnen kalmeren. Ik wilde lezen, lezen en nog eens lezen, niets anders meer. Maar dan niet langer de richtingloze woordenbrij van Javier Marías: ik wilde heldere zinnen, zuiverheid, harde duidelijkheid met een levensgevoel dat aansloot op het mijne, of daar precies mee contrasteerde. Ik racete de straat uit, op weg naar de dichtstbijzijnde bibliotheek. Die bleek een week geleden zijn sluitingstijden te hebben aangepast: het was er onverwacht donker en doods. Met een holle blik in de ogen beende ik het nabij gelegen winkelcentrum in en zag in de verschrikte ogen van de tegenliggers mijn junkiemotoriek weerspiegeld. Tussen de bestsellers in de boekhandel trof ik niets van mijn gading, het luisterde nauw. Dus stoempte ik weer naar huis.
Eenmaal thuis herademde ik voorzichtig; zou er tussen al die ruggen toch niet eentje zijn die me dragen kon? Een Japanner, Kafka’s brieven aan Felice, toch weer Allard Schröder? Ik zette mijn tanden in Houellebecq, Mogelijkheid van een eiland. Al die duizenden gebonden en gelijmde woorden in de schemering: niks pronkstukken van een verzameling; prooien van de jacht, de jacht van een hongerige letterwolf.
De moraal van mijn ringtone
Als je mij belt, hoor ik deze klassieke tune. In mijn hoofd klinkt dan bovendien de onheilspellende voice-over van de tv-serie en ik beluister de moraal van mijn ringtone erin: ‘Knight rider. A shadowy flight into the dangerous world of a man who does not exist. Gert, a young loner on a crusade to champion the cause of the innocent, the helpless, the powerless, in a world of criminals who operate above the law.’
Buiten de context
De schrijftafel lijkt soms verlaten – niet alleen die in Modena. Maar dat nieuwe boek komt er, maakt u zich geen zorgen. Ik ben wel degelijk aanwezig: hier in mijn polaroids, en daar in mijn dagboeken, waar ik probeer mijn gedachten en gevoelens te temmen; terug te jagen in de kooi van de geoorloofde weldenkendheid, ouderwets, met inkt op papier – zoals ook destijds in Modena, in de oogverblindende zomer van 2006. De afgelopen week werkte ik aan een kort verhaal voor de Salon der Extase, de komende extatische editie van stille zaterdag ten huize van P.
Het schrijven houdt natuurlijk nooit op; het is de ziekte van mijn bloed, mijn levensloop en de bedreiging van mijn auto-immuunsysteem tegelijk. Soms kondigt zich nieuwe koorts aan, in een verheviging van de zintuiglijke gevoeligheid. Dan trekken bijvoorbeeld zinnetjes uit juist zeer bloedeloze teksten ineens mijn aandacht. Zo kon ik, overigens pas een paar uur nadat mijn woede was bekoeld, de sarcastische lentewens inzien van het telefoongesprek waarin mij een ‘update van mijn overlijdensverzekering’ werd aangeboden. In een e-mail op het werk las ik gisteren de zin: ‘Ook wil ik je verzoeken om de gegevens te blijven nalopen en aanvullen, met name het onderdeel verbanden.’
Soms kun je iets opmaken uit de context, maar schoonheid bestaat vaak bij de gratie van het ontbreken of verwisselen ervan. Leeft schoonheid buiten de context? Ze wordt in ieder geval beschreven, maakt u zich daarover geen zorgen.