Deel 2 van de reeks die ik gisteren begon, betreft een ontdekkingstocht door fotowerk van Jan, over wie ik al eerder schreef. ‘Jan gaat verder waar Google Earth stopt.’ Dat was de titel van zijn expositie in het najaar van 2008, en in zijn ogenschijnlijke voor-de-hand-liggendheid een geniaal idee. Nu is het terug te vinden in een voor iedereen toegankelijk programma. Voor mij, en waarschijnlijk ook voor jullie, zullen het Julianapark in Utrecht én Google Earth nooit meer hetzelfde zijn. En Jan ook niet.
Archief voor april 2009
Tegelijkertijd
Ik wil jullie hier niet weg hebben, echt niet. Maar sinds JWL – die zojuist de straat uitreed terwijl een symfonie van Haydn door zijn boxen galmde – het filmfragment van zondag op zijn eigen blog geplaatst heeft, voelde ik ook de behoefte wat virtuele levenstekens van vrienden en bekenden delen. In deel 1 van deze reeks: Herman. Ik ben geneigd te schrijven: Herman is God. Maar laat ik niet overdrijven. Herman plaatst op zijn blogsite www.tegelijkertijd.nl in ieder geval vrijwel dagelijks een prachtige foto. Eigenlijk iedere dag een boekomslag, wat mij betreft. Ik kan de titels en de romans er vaak direct bij bedenken. Hoe hij het doet, is me soms een raadsel, alhoewel… het komt door zijn ogen; dat zie je wel als je hem ziet. Kijk even met me mee, tegelijkertijd.
Eindeloos 1.37 min.
Lichaamstaal
S. vertelde dat ze in bad naar haar hart had liggen luisteren – en rust had gehoord. In haar woorden herkende ik de letterlijkheid van uitdrukkingen als ‘gespannen zijn’; ‘knikkende knieën hebben’; ‘uit je evenwicht zijn’; ‘knopen in je maag hebben’. Ik voelde dat het lijf gedachten overbodig maakt. Het lichaam is de tastbare waarheid die we altijd bij ons hebben, en het spreekt. Zo hield ik de afgelopen dagen letterlijk mijn hart vast – opdat het niet breken zou, zoals het prachtige, zorgvuldig gekoesterde servies dat ik maandag zonodig aan scherven smijten moest.
De les van Bril
Donderdagmiddag zat ik met werkvriend G. in de laatste baan zonlicht die nog tussen de huizen doorkwam op een terras. We dronken een licht benevelend glas witbier of twee en spraken over de voortijdige dood van Martin Bril (1959-2009), sloten aan in de rij. Bril had geschreven als een taoïst, en was daarin een lichtend voorbeeld. Natuurlijk, als hij erop uit trok om een rotonde te gaan bekijken, een dorpje of een polder met een bijzondere naam, dan had hij een bestemming gekozen. Maar meteen daarna schreef hij over wat hij aantrof. Onderweg, ter plaatse. Hij ging niets zoeken, hij vond.
Villa Homesick
Volgende week rond deze tijd ben ik de grens over. Bij de gedachte daaraan overvalt me ineens een lichte angst… heimwee. Het is alsof ik nu niet weg kan, alsof het een vorm van verraad is, alsof ik achterlaat waar het werkelijk om gaat, en dat ik mij daar zal beklagen dat het leven elders is. Heimwee lijkt ineens op het gemis van iets dat niet verdwenen is – en ik voel het al voordat ik van huis vertrokken ben.